Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Een neo-thomist? vroeg Marieken benauwd. Die partij ken ik niet en wil ik niet kennen, weerde Craen zich. Gelooven die dat we van de apen afstammen? Vroeg Snepvangers bekommerd, maar bleef voortpeuzelen. Dat kan niet, zei Madame Craen angstig. Ik wil van geen apen afstammen, weigerde Marieken. Neen, maar zij oordeelen... Darwin...
Eene week daarna zag men dus Justus Eykendaal gepakt en gezakt een achterkamertje betrekken bij eene weduwvrouw, wier huisje even buiten de kom van het dorp aan den straatweg gelegen was. Met deze schikking had Van Meppen juist bereikt wat hij beoogde: dit namelijk, dat er bij den dichterlijk-broederlijken omgang tusschen Justus en Marieken ééns voor goed een stokje was gestoken.
Zij knikte met het hoofd, nog altoos bleek en stom. »Welnu dan eenen eed breekt men niet. Dit is het oogenblik! Ik zeg: =Hildegarde=, Marieken! Bij Hildegarde vraag ik je: wil je mij helpen?" Nu eerst hief zij de oogen op. Zij zag hem aan met eenen blik vol fierheid en vol smart. »Geef den brief maar hier, Justus," sprak zij kalm: »Van avond nog zal juffrouw Mary hem lezen."
Het was Pallieter die op een hobo speelde en met Marieken aangewandeld kwam. Aan 't fonteintje gekomen, waaronder Marieke heur hand openhield voor de waterperels, deed Pallieter het speeltuig van den mond en zei tot haar: "Lot ma' oe' nij is fijn bezien!" Hij lei zijn handen op haar ronde schouders en bezag haar van het hoofd tot de voeten.
Maar Justus lette niet op den schorren lach, waarmede de ongelukkige om den hoek der straat verdween. »Hildegarde!" prevelde hij: »Hildegarde, zegt ze.... Ja kind, je hebt gelijk, ik kom!... Ik wist niet wat ik deed, Marieken. Ik geloof dat ik krankzinnig ben!".... Mèt gaf een krampachtig schreien aan zijne geweldig overspannen zenuwen lucht. »O!" kermde hij: »nu is =alles= verloren!"
Het publiek trok reeds weg toen zij de geduldig-wachtende ouders vervoegden. Awel jongen, wat hebt gij Marieken toch zoo te vertellen gehad? wierp de loodgieter op. En in den donkeren nogal, plaagde Snepvangers die het minst argwaan had. Dat zal ik seffens bij Mariekens' ouders verklaren, zei de drogist gewichtig. Maar 't is al zoo laat, Antoine, wacht tot morgen. Neen Mama!
Zij keerden langs den dijk, over de bruggen, in het tierig havenleven der stad weer, namen afscheid aan de halfdeur. Snepvangers vond het keffend spitsken alleen thuis. Hij lei zijn vischtuig neer en met het mandje waarin zijn vangst geborgen zat trok hij naar de Torfbrug, want hij veronderstelde dat zijn wederhelft bij Marieken op bezoek was. In den winkel stond de knecht achter den toog.
In de keuken liet hij zich zuchtend op een stoel neerzakken, den schelvisch vóór de voeten. Een oogenblik hoorde men de stilte, dan zei hij langzaam, met tranen in de stem: M. Boeykens is dood! Maar wij blijven hier niet langer... wij hebben duizend angsten uitgestaan, zei Madame tot rouwbeklag. Alleen in den nacht, zuchtte Marieken, alleen in den triestigen buiten...
En op zekeren dag, als hij haar na eene vrij lange afwezigheid terugzag, voelde hij plotseling dat hij haar nog om iets anders dan hare deugden liefhad. Het is wonderlijk, hoe sommige vrouwen eensklaps schoon worden; of wel, hoe sommigen mannen opeens voor hare schoonheid de oogen opengaan. Justus en Marieken houden in zeker vriendelijk Geldersch dorp eene bloeiende kostschool.
Eer ontgaat den diamantklover een smetje in eenen kostbaren steen, dan dat de vrouw eene vreemde minne niet speurt in het hart van den man dien zij liefheeft. Thans dus nu hij voor het eerst sedert lang haar opzocht terwijl zij alleen was thans, Marieken voelde het, moest hij haar wel iets zeer gewichtigs te zeggen hebben. Het kon haar niets nieuws wezen. Toch beefde zij om het te hooren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek