Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Juffrouw Vaubois, volmaakt in haar soort, was de hermelijn der domheid zonder een enkel smetje verstand. Wij moeten zeggen, dat juffrouw Gillenormand bij de vermeerdering harer jaren meer gewonnen dan verloren had, zooals bij lijdelijke naturen gewoonlijk het geval is.

Eer ontgaat den diamantklover een smetje in eenen kostbaren steen, dan dat de vrouw eene vreemde minne niet speurt in het hart van den man dien zij liefheeft. Thans dus nu hij voor het eerst sedert lang haar opzocht terwijl zij alleen was thans, Marieken voelde het, moest hij haar wel iets zeer gewichtigs te zeggen hebben. Het kon haar niets nieuws wezen. Toch beefde zij om het te hooren.

Hij zag rond en bemerkte het mes waarmeê Basil Hallward vermoord was. Hij had het vele malen schoongemaakt, tot er geen smetje meer op bleef. Het was schoon en het glinsterde. Zooals het den schilder gedood had, zoo zoû het nu ook zijn werk vernietigen en alles wat daarmeê samenhing. Het zoû het verleden dooden, en was dat eenmaal dood, dan was hij vrij.

Toen en later was ze 'n vroolijk gezond ding geweest, 'n babbelkous, 'n rap helpstertje van 'r moeder, die geen smetje kon zien, die den heelen dag wreef en plaste 'n giegelende gans, die café-chantant-deuntjes onthield en dol was met lezen.

Juffrouw Chuin stelde hem voor als een jongen met een toekomst, maar wat een schande niettemin voor de familie, waarop tot nog toe geen smetje kleefde. Flavie had zich op tamelijk ruwe wijze verontschuldigd teneinde haar gouvernante te vrijwaren voor de verwijten van den ouden heer. Sinds deze onaangename verklaring bleef zij in haar kamer, daar de baron geweigerd had haar te zien.

PUCK. Hongrig brult de leeuw nu weer; Huilend groet de wolf de maan; Snurkend ligt de ploeger neer, Nu zijn dagtaak is gedaan; Nauw één vonk in de asch nu gloort; Uilgekras klinkt in de nacht; En de kranke, die het hoort, Huivert, dat het graf hem wacht, 't Is nu middernacht, de tijd, Dat de graven openstaan, En, van hunnen boei bevrijd Alle geesten waren gaan; En wij elfen, die met dans Om 't gespan van Hecaté Zweven, doch voor zonneglans Vlieden, met het duister mee, Zijn nu lustig; niet een muis Store dit gewijde huis; 'k Veeg het met den bezem schoon, Dat geen smetje zich vertoon'!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek