Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Wat deerde 't hem, dat zijn kussen de aarde was, en zijn deken de koude nachtlucht? Hij was in een wereld van gelukzaligheid, waarin het leven een droom is. De echo van een blijde melodie was er in zijn sprookjesachtig bewustzijn en nooit had hij in den zonderlingen waan, die zijn slaap begeleidde, kunnen denken, dat hij de vroolijke Willem was, snurkend onder den blooten hemel.
In de lucht, effen-loodblauw, scheurden wiggen zilverwit en het schichten van den bliksem verzwakte tot vlokkig maanlicht-gestuif. De slagen, nu wijder af, grommerden domp, grijs-egaleerend het snurkend geslier der assen en schijven en het klikkend geluid van den mortier klonk als een spot en kuchend gelach. Het werk hadden de slijpers hervat.
Wel, wel, zei Snepvangers verbijsterd, stak zijn hand naar zijn hoofd uit en werd zijn slaapmuts gewaar. Dan haastte hij zich het venster te sluiten en kroop terug in zijn bed. Jezus-Mana, zuchtte Madame, wat gaan we nu nog beleven. Dat moeten wij afwachten, oordeelde Snepvangers keerde zich om, sliep koelbloedig snurkend in. Madame woelde nog lang slapeloos en vol onrust.
PUCK. Hongrig brult de leeuw nu weer; Huilend groet de wolf de maan; Snurkend ligt de ploeger neer, Nu zijn dagtaak is gedaan; Nauw één vonk in de asch nu gloort; Uilgekras klinkt in de nacht; En de kranke, die het hoort, Huivert, dat het graf hem wacht, 't Is nu middernacht, de tijd, Dat de graven openstaan, En, van hunnen boei bevrijd Alle geesten waren gaan; En wij elfen, die met dans Om 't gespan van Hecaté Zweven, doch voor zonneglans Vlieden, met het duister mee, Zijn nu lustig; niet een muis Store dit gewijde huis; 'k Veeg het met den bezem schoon, Dat geen smetje zich vertoon'!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek