Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
"Voorzeker, mijn heeren," zei hij, "de edele Cedric spreekt de waarheid, en zijn geslacht kan den voorrang boven ons eischen, zoo wel om de lengte van hun stamboom, als om die hunner mantels." "Zij gaan ons, inderdaad, in het veld vóór, evenals het wild de honden!" zei Malvoisin.
Als gij den staf in uwe eigene krachtige vuist hebt, dan kunt ge de dochters van Juda liefkoozen of verbranden, naar verkiezing." "Malvoisin," zei Bois-Guilbert, "ge zijt een koelbloedige "
De twee krijgslieden, met welken Albert Malvoisin niet verzuimd had, over hunne getuigenis te spreken, werden nu te voorschijn geroepen.
Verdient hij niet den kost met de scherpte van zijn zwaard, zooals wij? Heeft hij niet Front-de-Boeuf en Malvoisin geslagen, zooals wij hen zouden slaan, als wij maar konden? Is hij niet de doodvijand van Brian de Bois-Guilbert, dien wij zoo vele redenen hebben te vreezen? En al ware dit ook niet, zoudt gij willen, dat wij minder barmhartig waren, dan een ongeloovige, Hebreeuwsche Jood?"
"Malvoisin," zei de ridder, "ik dank u; gij hebt de snaar aangeraakt, welke mijn hart het meest doet trillen! Wat er ook van kome, afvallig zal Bois-Guilbert nooit genoemd worden. Gave God, dat Richard, of een van zijn geroemde Engelsche gunstelingen, in dit strijdperk verscheen! Maar het zal ledig blijven; niemand zal het wagen eene lans voor de verlorene te breken!"
"Valsche schurk! wat beteekent die hand op mijn teugel?" riep Bois-Guilbert op toornigen toon. En, de hand van zijn makker terugstootende, reed hij naar het bovenste einde van het strijdperk terug. "Er zit nog moed in hem," zei Malvoisin ter zijde tegen Mont-Fitchet, "zoo het maar goed geleid wordt; maar, evenals het Grieksche vuur, verbrandt het alles, wat in de nabijheid komt."
Vervloekt zij Goodalricke, die mij dezen strik gespannen heeft! en dubbel vervloekt zij Albert de Malvoisin, die mij in mijn voornemen verhinderde, om den handschoen in het gezicht van den bijgeloovigen ouden dwaas te werpen, die eene zoo ongerijmde aanklacht tegen een zoo hooghartig en bekoorlijk schepsel aanhoorde!" "En wat baat thans uw razen of vleien?" antwoordde Rebekka.
"Eerwaarde vader," antwoordde de Preceptor Van Goodalricke, "geene betoovering heeft invloed op den kampvechter, die optreedt om in een Godsgericht te strijden." "Gij hebt gelijk, broeder," hernam de Grootmeester. "Albert Malvoisin, geef dit onderpand van den strijd aan Brian De Bois-Guilbert.
"Eene Joodsche tooveres!" riep Albert Malvoisin; "alle goede engelen mogen ons daarvoor bewaren!" "Ja, broeder, eene Joodsche tooveres! Durft gij ontkennen, dat deze Rebekka, de dochter van dien ellendigen woekeraar, Izaäk van York, en de leerling dier schandelijke heks Mirjam, thans, het is schande daarvan te spreken en er aan te denken! binnen deze uwe Preceptorij gehuisvest is?"
Het geraas kondigde de aankomst van verscheidene personen aan, en deze omstandigheid was haar een troost; want zij vreesde de bezoeken van den trotschen en driftigen Bois-Guilbert meer dan eenig ander kwaad, dat haar overkomen kon. De deur van het vertrek werd geopend, en Koenraad trad met den Preceptor Malvoisin en vier in het zwart gekleede wachters, met hellebaarden gewapend, binnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek