United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


"De Grootmeester denkt er anders over," zei Mont-Fitchet; "en Albert, ik wil oprecht met u zijn; tooveres of niet, het is beter, dat dit ellendig meisje sterve, dan dat Brian De Bois-Guilbert voor de Orde verloren ga, of dat de Orde door inwendige verdeeldheid geschokt worde.

Met deze woorden verliet hij haastig het vertrek, en de Preceptor volgde, om hem in zijn besluit te bevestigen; want hij had zelf groot belang in den roem van Bois-Guilbert, daar hij menig voordeel van hem verwachtte, als hij eens aan het hoofd van de Orde zou zijn; zonder de bevordering in aanmerking te nemen, waarop Mont-Fitchet hem hoop gegeven had, op voorwaarde, dat hij tot de veroordeeling van de ongelukkige Rebekka medewerkte.

"Heer, en zeer eerwaarde vader," antwoordde Malvoisin dadelijk, "onze broeder heeft de waarheid zijner beschuldiging reeds bezworen in handen van den Ridder Conrad De Mont-Fitchet; en op eene andere wijze mag hij niet zweren, daar zijne tegenpartij, een ongeloovige is en niet tot den eed kan worden toegelaten."

"Ik neem hem in hechtenis," hernam de ridder; "Ik, Henry Bohun, Graaf van Essex, Groot-Connetable van Engeland." "En hij neemt Malvoisin in hechtenis," zei de Koning, zijn vizier openende, "op bevel van Richard Plantagenet, hier tegenwoordig. Conrad Mont-Fitchet, het is uw geluk, dat gij niet mijn onderdaan van geboorte zijt.

"Valsche schurk! wat beteekent die hand op mijn teugel?" riep Bois-Guilbert op toornigen toon. En, de hand van zijn makker terugstootende, reed hij naar het bovenste einde van het strijdperk terug. "Er zit nog moed in hem," zei Malvoisin ter zijde tegen Mont-Fitchet, "zoo het maar goed geleid wordt; maar, evenals het Grieksche vuur, verbrandt het alles, wat in de nabijheid komt."

Het benedenste gedeelte van dit ruim vertrek was opgevuld met gewapenden en landslieden, die niet zonder zwarigheid plaats voor Rebekka maakten, die, begeleid door den Preceptor en Mont-Fitchet en gevolgd door de hellebaardiers, zich naar de aangewezen plaats begaf.

Zijn voorkomen was bij den eersten oogopslag trotsch en ontzagverwekkend; maar wanneer men hem met oplettendheid beschouwde, was er iets in zijne sombere trekken, dat het oog van zijn gelaat deed afwenden. Aan weerskanten van den kampvechter reden Conrad De Mont-Fitchet en Albert De Malvoisin, als zijne beste vrienden. Zij hadden hunne vredeskleederen aan, het witte gewaad der Orde.

"Het zou zeer jammer zijn," zei Koenraad Mont-Fitchet, "een der beste krijgslieden van de Orde te verliezen, op het oogenblik dat de heilige broederschap den bijstand harer zonen het meest noodig heeft. Driehonderd Saracenen heeft deze Brian De Bois-Guilbert met eigen hand verslagen!"

Zal niet de Grootmeester van gevoelen veranderen, als hij ziet, dat de bewijzen zoo zwak zijn?" "Die moeten versterkt worden, Albert!" hernam Mont-Fitchet; "die moeten versterkt worden. Verstaat ge mij?" "Ja," antwoordde de Preceptor; "ik aarzel ook niet, om iets tot het welzijn der Orde te doen; maar er is weinig tijd over om geschikte werktuigen te vinden."

"Het is maar al te waar," antwoordde Koenraad Mont-Fitchet; "en de ongebondenheid onzer broeders in Engeland is zelfs nog erger dan in Frankrijk." "Omdat ze rijker zijn," hernam de Grootmeester.