United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie, hij kan ons niet aanzien, en haar evenmin; en wie weet door welke macht van den boozen geest door wien hij bezeten is, zijne hand deze kabbalistische lijnen op den vloer trekt? Mogelijk wordt ons leven en onze veiligheid daardoor bedreigd; maar wij trotseeren en dagen den boozen geest uit Semper leo perculiatur!" Dit fluisterde hij heimelijk zijn vertrouweling Koenraad Mont-Fitchet toe.

Wanneer," zei hij plechtig met ten hemel geslagene oogen, "zult Gij, o Heer! met Uw wan komen, om den dorschvloer te zuiveren?" Mont-Fitchet nam den brief van zijn opperste, en wilde hem doorlezen.

"Maar bedenk, eerwaarde vader," zei Mont-Fitchet, "dat de smet door tijd en gewoonte ingevreten is: laat de hervorming voorzichtig zijn, zoowel als billijk en wijs." "Neen, Mont-Fitchet; ze moet streng en plotseling zijn: de Orde is op het keerpunt van haar lot.

"Ga, en zoek hen dadelijk op, en hoor eens; als een paar byzantijnen hun geheugen versterken kunnen, laat het dan daaraan niet ontbreken." "Ze zouden voor een zechin zweren, dat de moeder, die hun het leven geschonken heeft, eene tooveres was," zei de Preceptor. "Ga dan," zei Mont-Fitchet; "tegen den middag zal de zaak voortgang hebben.

Menigeen kan getuigen, dat ze hem door hare kunst genezen heeft, toen alle andere menschelijke hulp vruchteloos was; maar de zegen van den God van Jakob rustte op haar." Beaumanoir wendde zich tot Mont-Fitchet met een sarkastischen lach: "Zie, broeder," zei hij, "de verleidingen van den aartsvijand der menschen!

De Preceptor had nauwelijks de noodige bevelen gegeven, of Koenraad Mont-Fitchet vervoegde zich bij hem, en onderrichtte hem van het besluit des Grootmeesters om de Jodin oogenblikkelijk wegens tooverij terecht te stellen. "Het is voorzeker een droom," zei de Preceptor; "wij hebben vele Joodsche geneesheeren, en wij noemen hen geene toovenaars, ofschoon ze wonderbaarlijke genezingen verrichten."

De heraut ging naar den stoel, waarop Rebekka zat, en Bois-Guilbert plotseling zijn paard naar dat einde van het strijdperk wendende, was, in weerwil van de wenken van Malvoisin en Mont-Fitchet, even schielijk als de heraut naast Rebekka's stoel. "Is dit in den regel en naar de wet van den strijd?" vroeg Malvoisin, den Grootmeester aanziende.