Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
Aan één kant van zijn tent was die van Reginald Front-de-Boeuf en van Richard de Malvoisin, en aan den anderen was de tent van Hugo de Grantmesnil, een edele uit de buurt, wiens voorvader Opper-Ceremoniemeester van Engeland geweest was, ten tijde van den Veroveraar en van zijn zoon, den Rooden Willem. Ralph de Vipont, een ridder van St.
Het was echter het algemeen geloof, dat niemand voor eene Jodin die van tooverij beschuldigd werd, kon of wilde verschijnen, en de ridders, aangezet door Malvoisin, fluisterden elkander toe, dat het tijd werd Rebekka's pand voor verbeurd te verklaren. Op dit oogenblik verscheen er een ridder, die zijn paard tot haast aanspoorde, op de vlakte, die tot het strijdperk leidde.
En ofschoon Albert Malvoisin door de verrassing eenigszins overrompeld werd, luisterde hij met zooveel eerbied en schijnbaar berouw naar de berispingen van zijn opperste, en haastte zich zoo zeer om alles wat deze afkeurde, te hervormen, en slaagde kortom zoo wel, om den schijn van klooster-vroomheid aan een gesticht te geven, dat nog kort te voren aan losbandigheid en vermaak was toegewijd geweest, dat Lukas Beaumanoir eene betere meening van de zeden des Preceptors begon te koesteren, dan het eerste voorkomen der stichting hem had doen opvatten.
De horen, welken gij gehoord hebt, was niet van Malvoisin, maar werd op mijn bevel geblazen, opdat de maaltijd geëindigd zou worden, uit vrees dat de uren mochten voorbijsnellen, die te gewichtig zijn om verspild te worden."
Zij heeft mij veracht, verstooten, vernederd! En waarom zou ik alles opofferen, wat mij achting bij anderen verschaft? Malvoisin, ik zal in het strijdperk verschijnen."
"Zullen toekomende eeuwen gelooven, dat er ooit zulk een dom bijgeloof bestaan heeft?" riep Bois-Guilbert, met groote schreden in het vertrek heen en weêr gaande. "Wat men gelooven zal, weet ik niet," hernam Malvoisin bedaard; "maar ik weet wel, dat in onze dagen negen en negentig van de honderd geestelijken en leeken Amen! zullen roepen bij het vonnis van den Grootmeester."
"Ik neem hem in hechtenis," hernam de ridder; "Ik, Henry Bohun, Graaf van Essex, Groot-Connetable van Engeland." "En hij neemt Malvoisin in hechtenis," zei de Koning, zijn vizier openende, "op bevel van Richard Plantagenet, hier tegenwoordig. Conrad Mont-Fitchet, het is uw geluk, dat gij niet mijn onderdaan van geboorte zijt.
Onder hoorn- en trompetgeschal renden zij in vollen galop op elkander aan, en zoo groot was de meerdere behendigheid of het meerdere geluk der uitdagers, dat de tegenstanders van Bois-Guilbert, Malvoisin en Front-de-Boeuf op den grond rolden.
"Heer, en zeer eerwaarde vader," antwoordde Malvoisin dadelijk, "onze broeder heeft de waarheid zijner beschuldiging reeds bezworen in handen van den Ridder Conrad De Mont-Fitchet; en op eene andere wijze mag hij niet zweren, daar zijne tegenpartij, een ongeloovige is en niet tot den eed kan worden toegelaten."
"Malvoisin, die moeten gevonden worden," hervatte Koenraad; "het zal u en de Orde groot voordeel aanbrengen. Dit Templestowe is een arme Preceptorij, die van Maison-Dieu is nog eens zoo rijk; ge kent mijn invloed bij onzen grijzen aanvoerder; vind menschen, die deze zaak kunnen doorzetten, en ge wordt Preceptor van Maison-Dieu in het vruchtbare Kent. Wat zegt ge daarvan?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek