United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij heeft het gevoeld, die vroolijke jonge vriend zou hem nooit meer liefkoozen, nooit! Monsieur Toulemaire heeft zijn kleine nette villa geen vijftig schreden buiten het dorp. 't Ligt aan de helling van den berg met het uitzicht op het dal, waardoor het blinkende stroompje zich dartel een weg baant. Monsieur Toulemaire woont daar met zijne vrouw en twee volwassen dochters.

Cosette sloeg haar shawl af en wierp haar hoed op het bed. "Dit hindert mij," zeide zij. Toen zette zij zich op de knieën van den grijsaard, streek met een bekoorlijke beweging zijn wit haar weg en kuste zijn voorhoofd. Ontroerd liet Jean Valjean alles geschieden. Cosette, die slechts onduidelijk begreep, verdubbelde haar liefkoozen, alsof zij de schuld van Marius wilde voldoen.

Als de eigenaar na een afwezigheid van eenige dagen terugkomt, schiet de Windhond jubelend uit de tent te voorschijn, en wipt met een sprong op het zadel, om den meester, wiens uitblijven hij betreurde, te liefkoozen.

Zij worden zeer gehecht aan hun meester en volgen hem als Honden; evenals deze laten zij zich liefkoozen en verlangen zelfs liefkoozingen; zij komen als men ze roept, kwispelstaarten vriendelijk als zij gestreeld worden, kortom zij hebben eigenlijk alle zeden en gewoonten van de Huishonden.

Het meisje brak weer een stuk van haar koek af, nam het hondje voorzichtig op haar schoot en begon het te voeren en te liefkoozen. Daarna kwam een kat en daarmede deed zij hetzelfde. Eensklaps hoorde zij een luid gebrul, en schrok geweldig, toen zij een leeuw zag naderen.

Zij schijnen de oude grondstelling der Romeinsche veroveraars: "De bellare superbos et parcere subjectis" tot het uiterste in praktijk te brengen. De weerbarstigen werpen zij onbarmhartig ter neder; de onderworpenen liefkoozen zij. Vandaar ook hunne groote liefde voor onschuldige kinderen.

Ook door vreemden lieten zij zich liefkoozen en het vel krauwen. Oude volwassene Vliegende Honden van deze soort bereiken een lichaamslengte van omstreeks 16 cM. en een vlucht van 90

Gewoonlijk wordt beweerd, dat de Kat niet opgevoed kan worden; men doet haar hiermede groot onrecht aan. Zij geeft, wanneer zij goed en verstandig behandeld wordt, bewijzen van innige gehechtheid aan den mensch. Er zijn Katten ik zelf heb er eenige gekend , die reeds verscheidene malen met hare meesters van de eene woning naar een andere verhuisd zijn, zonder dat het haar in de gedachten kwam naar de oude woning terug te keeren. Zij waren dus van oordeel, dat de mensch in dit geval meer waarde heeft dan het huis. Andere Katten komen, zoodra zij haar meester op een afstand zien, oogenblikkelijk naar hem toe, vleien en liefkoozen hem, spinnen vol vertrouwen en trachten hem op allerlei wijzen haar genegenheid te toonen. Zij weten daarbij zeer goed personen die haar bekend zijn, van vreemden te onderscheiden, en laten zich van gene, vooral van kinderen, ongeloofelijk veel welgevallen, wel niet zooveel als alle, maar toch evenveel als sommige Honden. Andere Katten vergezellen hare meesters op een zeer aardige wijze bij wandelingen door hof en tuin, veld en bosch: ik zelf heb twee Katers gekend, die zelfs de gasten van haar meesteres op hoogst beminnelijke wijze uitgeleide deden, 10

Bijvoorbeeld 't is hem soms onmogelijk om zich duidelijk voor te stellen dat hij háár die mooie rijke mevrouw als kind zoo dikwijls op zijn knie heeft gehad; dat ze hem in die schrikkelijke dagen van vernedering en ellende de lieve vroolijke bloem met haar golvende lokken zoo telkens uit eigen beweging kwam liefkoozen en zoenen op den pijnlijk geplooiden mond; of, met haar rein welluidende stem haar schoonste liederen ging zingen, om, zooals ze zeide, haar "lieve pa'tje weer wat vroolijker te maken, en van zijn dierbaar hoofd die nare rimpels te verjagen". Toen, ach, ofschoon telkens en telkens teruggestooten, gekrenkt in zijn eer en benadeeld in zijn inkomsten helaas door eigen schuld! was hij toen niet dikwijls nog gelukkiger dan nu?

Daar is mijn lieve neef Marko; hij zal stellig zeggen, dat het rijk mij werd toevertrouwd. Toen Marko een klein kind was, had ik de gewoonte hem hartelijk te liefkoozen, want ik hield van hem als van een gouden appel en hij was mij altijd zeer dierbaar. Als ik te paard uitreed, nam ik Marko altijd mee. O Marko, beste Marko, gij moet zeggen, dat het rijk mij toekomt!