Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


A'k 'n slag slaan, za'k er 's 'n zegelring voor koope ... mot je zien hoe ridderlijk dat staat. Tjonge ja, hoor. Da' dee mijn mama ... Maar 'k bèlam a'k snap, hoe zij toch, met háár eer en deugd, an al die cente kwam.

"Da' beviel me wel niet als te best, want 'k ben ook wel liever in 't Bible Hôtel, maar 'k kan me in elk lot schikke, van wie wat verdient, dat ie ook wat mot hebbe. 't Volk hebbe de wette gemaakt, en daarna mot de misdadiger behandeld worde. Dit alles is de schuld van de maatschappij en 't hooge kappitaal die mijn an me lot overlaat.

"Hoe ik hen ken?" vroeg zij: "heb ik den jonker niet an men aigen borst 'evoed? en toen Kapitein Reefzeil op 's-Gravenland weunde, was het toen niet bij mijn an huis, dat hij altijd met Keetje Reefzeil, dat zoete hartje, spreken kwam? Maar kom an, ik mot het theewater buiten brengen," en meteen zich omwendende ging zij naar voren.

Is orloch vrthêjan, ånd send thêr svm, alsa vrdêren that hja navt longer wårka ne mügon, mot tha mêna mênte hjam vnderhalda, by tha fêrstum achon hja forana to sittana, til thju tha jüged skil êra hjam. Send thêr wêdvon ånd wêson kêmon, mot mån hja âk vnderhalda ånd tha svna mügon thi nâma hjarar tâta vpp-ira skildum writa hjara slachtha to êrane.

"Ik moest een boodschap voor meheer doen", zei het mannetje, dat ik voor ongeveer achtenzestig aanzag, "en nu zei meheer, dat ik meteen reis na' de dullezan zou gaan, om te kijken of meheer gekommen was. Uwé mot niet kwalijk nemen, dat ik uwé niet trekt kon".

"Ik heb een betrekking." Ze kijkt me an, verbluft. "Een betrekking?" "Weet je niet meer, waar we eergister over gesproken hebben?" "Eergister?.... O, ja.... Toen was ik niet erg lekker, ?" "Ja. Je kunt er uit." "Er uit?" "Uit den rommel." "Je lijkt d'r niet véel zin in te hebben." "Nou dat zeg ik niet... Wat voor een betrekking?" "Werkmeid bij goeie menschen." "Mot ik nat werk ook doen?"

"Merie wil het zelf....," zei ze een oogenblik later. "Mót ze vast werk hebben of mot ze het niet?" vroeg zij nog weer, als in 'n grooten onvree met zichzelf. Ant aarzelde even. "Ja, 't zal wel motten," zei die dan beslist, "en ze is er ook niet an getrouwd!" Toen zuchtte de vrouw nog eenmaal en trok in een berustende ontmoedigdheid de schouders op.

Reeds tastte ik naar mijn beursje, om mijne bewering waar te maken, toen een der vriendelijkste heeren zich ten halve van zijn bed verhief, en riep: »Wat mot jeIet of wat stotterend zeide ik, met een lichte buiging: »Mijn naam is Stoke

Alêvel hier, hei'j vroeger gezeid, was 't meeste te kieken: en zie nou mot gelluu mien dan de weg moar is wiezen."

Of wilt gij misschien, dat het huwelijk uws zoons plaats hebbe in een ledige zaal, waar de gordijnen ternauwernood nog aan de stokken blijven hangen, omdat zij door de mot zijn verteerd, en de overtrekken der meubels vol gaten zijn, zoo groot als die schotel daar? Uwe schoondochter zou geraakt den neus optrekken, denkt gij dat ook niet?"

Woord Van De Dag

rudistae

Anderen Op Zoek