Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Dat kan ik me voorstellen. De vrees is de grootste vijandin dergenen die vreesachtig zijn. Ergens anders waren de Aladschy's nooit zoo ver gekomen; men zou hen heel gauw onschadelijk hebben gemaakt. Meent gij, in uw vaderland? Ja zeker! Is daar dan iedereen een held? Neen, maar daar is het onmogelijk dat een Skipetaar de menschen zooveel vrees aanjaagt.

Cassy hield onder het spreken hare glinsterende oogen op Legree gevestigd, en hij staarde haar aan, alsof hij de nachtmerrie had, en toen zij zweeg en hare hand, die ijskoud was, op de zijne legde, sprong hij met een vloek achteruit. "Wijf! Wat meent ge? Dat heeft niemand gedaan! "Wel neen natuurlijk niet heb ik dat dan gezegd?" zeide Cassy met een kouden spottenden glimlach.

De oorsprong van alle bestaan; de bron van alle leven door het zonnestofje mensch, onder vele namen ook GOD geheeten; dat hoogste waarnaar de wijsheid vorschte sinds 's werelds bestaan, Flanor zal het alvast eenvoudig geen hoofdletter waardig keuren! Maar neen, de kerel meent het niet, hij heeft er te veel hart en verstand voor.

Veeleer geeft dit alles ons het recht, trots het treurige "Finis Poloniae" van Kosziusko, aan het populaire "nog is Polen niet verloren" te gelooven, als wij ook al niet kunnen zeggen, hoe hetgeen men met eenig recht meent te mogen voorzien, werkelijkheid zal worden.

"Neen! op mijn woord, dat begrijp ik niet," hernam hij ijskoud, bijna met ironie. "Ik begrijp niet welk belang gij meent te hebben bij de beslissing die ik...." hij zuchtte diep, "die ik nog niet heb kunnen nemen; en daarom heeft men, wie dan ook, eene groote onvoorzichtigheid begaan met u van deze dingen te spreken vóór ik zelf daartoe de vrijheid had gegeven.

Lamme, dapper als een leeuw, vervolgde: Hoeveel, magere tronie, hoeveel meent gij wel wat een ezel weerd is, een ezel met een fijnen mond, met lange ooren, een breede borst, met spieren als ijzer zoo sterk? Achttien gulden voor 't minst, is 't niet, armoedige baas? Hoeveel verroeste nagelen hebt gij wel, om zulk schoon beest te betalen?

Ik heb van jullie gesoupeerd, hoor! zegt de duc, in argot. André begint verontrust te worden. De duc meent het. En het zoû jammer zijn, want de duc tracteert wel eens op een kelkje anisette en daar is André dol op. Kan ik het niet meer goed maken? fleemt André, en steekt zijn poot uit.

»Ik had te Waterfontein moeten blijven," meent de kellner. »Ik geloof het," zegt Zeger. »Ge hebt het ook al niet ver gebracht in de wereld," laat hij er op zachteren toon op volgen »knecht in een Engelsche kroeg." Nu zetten de gebroeders zich aan het tafeltje neer, nemen de geweren van den schouder, en plaatsen ze voor zich, tusschen de knieën, de tromp tegen den grond.

En, mijnheer Herse, gij zult wel inzien dat dit geheim gehouden moet worden, want anders kon de baljuw daardoor in verdenking komen." Nu was mijn oom Herse weder recht in zijn element. "Gij meent immers Fieken?" vroeg hij schielijk. "Fieken, de dochter van den molenaar Voss, die daar staat?"

Die vrouw is goed voor u geweest, zooals ge zegt, en gij houdt van haar; het spijt u, dat gij haar verlaten moet; dat is alles goed en wel; maar bedenk dat zij u niet bij zich zou hebben kunnen houden tegen den wil van haar man. Die man is zoo wreed niet als ge wel meent. Hij is arm; hij is afgetobt en kan niet meer werken en hij heeft ingezien, dat hij niet van honger kan omkomen om u te voeden.

Woord Van De Dag

witgrijs

Anderen Op Zoek