Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


Ditmaal kon Llanga er niet aan twijfelen, het woord was heel duidelijk uitgesproken, met een bizonder ratelende r. Llanga, die het woord Ngora, moeder, natuurlijk goed kende, was zeer ontroerd en verdubbelde zijn zorgen voor het schepseltje, dat door Max Huber zoo minachtend een aap genoemd was.

"Ik verbaas mij over niets meer", gaf Max Huber ten antwoord, "ik zou het zelfs niets vreemd vinden, als die zwartjes mij vriendschappelijk op mijn schouder klopten en zeiden: 'Zoo amice, hoe gaat het?" Af en toe liet Li-Mai de hand van Llanga los en liep hij, als een vroolijk, spelend kind, naar een der Wagdies.

Vreemd was het, dat Llanga, anders zoo belangstellend in jachtavonturen, heel niet van onder het afdak te voorschijn kwam, maar dit had de volgende reden. Op het geluid van het schot was het jonge aapje uit zijn slaap of zijn bezwijming ontwaakt, het stak zijn armpjes uit, opende den kleinen mond en kreet: "Ngora!.... Ngora!"

Hoe lang zouden John Cort, Max Huber, Khamis en Llanga in dit dorp blijven? Zou alles goed afloopen, zou er geen onraad komen? Van vluchten kon geen sprake zijn, daartoe werden zij te goed bewaakt. Maar al ware dit niet het geval geweest, hoe zouden zij dan den rand van dit onmetelijke woud kunnen bereiken, of de Rio Johausen terugvinden?

Intusschen verkeerden onze vrienden thans in een vreemd geval en er was maar één omstandigheid, die hun nog eenige hoop gaf, namelijk dat zij aangeland waren in het dorp, als men deze kolonie zoo noemen mocht, in het geboortedorp waarschijnlijk zelfs van den kleinen beschermeling van Llanga, en dat, nu het kleine zwarte schepseltje daar gezond en wel was aangekomen, de negerknaap er ook zijn zou.

Het is een aap, een jong van een van die afschuwelijke dieren, die ons hebben aangevallen! En voor zoo'n apenjong heb je gevaar geloopen, zelf te verdrinken, Llanga!" "Het is wel een kind!" hield de kleine neger vol, en hij droeg het naar het vuur en legde het daar op een hoopje droge bladeren neer.

John Cort en Max Huber snelden naar den oever en staken hem hunne hand toe. "Maar Llanga, wat doe je nu!" riep Max. "Een kind ... dat bijna verdronken was", stamelde Llanga. "Een kind!" herhaalde John Cort, zeer verbaasd. "Ja ... ja." En Llanga knielde neer bij het wezen dat hij gered had. Max Huber keek er eens naar en riep: "Maar dat is geen kind!

Dat Llanga het jonge dier, dat hij gered had, wilde behouden, zooals men een jong hondje bewaart, begrepen zij zeer goed, maar naar het jonge dier zelf keken zij niet om. Zij hadden zelf den kleinen Llanga tot zich genomen, hij mocht dus wel een kleinen aap tot zich nemen! Bovendien zou het dier, zoodra het kans zag aan wal te komen, de plaat wel poetsen en zijn redder met zwarten ondank beloonen!

De negerknaap was naar zijn gewoonte wat afgedwaald en zijn onduidelijk geroep verschrikte beide vrienden niet weinig. Zou hij in gevaar verkeeren? Met de karabijn in de hand snelden zij toe, maar waren weldra gerustgesteld. Llanga stond op een omgevallen boomstam en riep luidkeels: "De rio!.... de rio!"

De arme jongen, die aan zijn ouders en aan zijn stam ontroofd was, heette Llanga en leefde sedert als aangenomen kind van Max Huber en John Cort in de factorijen van Libreville, waar hij alle gelegenheid had wat Fransch en Engelsch te leeren. Toen de wagen voor dien nacht halt hield, werden de ossen afgespannen en de vermoeide dieren legden zich dadelijk neder.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek