Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


De boom schudde zoo geweldig, dat Max Huber met zijn linkerhand Llanga vastgreep, terwijl hij met zijn rechterarm den stam omklemde. En werkelijk, daar lieten de wortels los en de boom neigde ter aarde, zonder met een geweldigen slag neer te komen. De ongelukkigen waren onmiddellijk op de been en snelden zoo hard zij konden, in de richting van het woud.

Zonder een woord te spreken was de negerknaap hen gevolgd. "Hoe durft gij?" vroeg Max Huber vertoornd; "ga onmiddellijk terug!" "O mijnheer, laat mij bij u blijven", smeekte Llanga "En uw vriend John dan, die daar ginds is?" "Ja, die is daar, maar mijn vriend Max is hier!" antwoordde de negerknaap zeer ter snede. "Maar wij hebben je niet noodig", zei Khamis barsch.

"Dat onweer is maar juist bijtijds gekomen", zei John Cort, terwijl hij en zijn vriend hunne karabijnen zaten schoon te maken en Llanga het kreupelhout was ingeloopen om eieren te zoeken. "Dat geloof ik!" antwoordde Max Huber, "als die afschuwelijke dieren nu maar niet terugkomen, nu het weer opgeklaard is. Wij mogen wel goed oppassen."

"Zeer zeker", antwoordde Khamis en wilde er op stappen, toen hij door een kreet van Llanga teruggehouden werd. De knaap had iets van den grond opgeraapt en toonde het aan zijn vriend Max. Het was niets minder dan een hangslot, zwaar verroest en zonder sleutel, maar een echt hangslot. "Dat is niet afkomstig van Congoleezen of andere negers", zei de Franschman, ten hoogste verbaasd.

"Best mogelijk", antwoordde Max Huber onverstoorbaar. "Hoe het zij", hernam Urdax, "ik ga met mijn wagen dat bosch niet in!" Hiermede was het gesprek geëindigd en besloot men te gaan slapen. Llanga bracht dekens en goed daarin gewikkeld legden de twee vrienden zich tusschen de wortels van een tamarindeboom, terwijl Llanga zich als een waakhond aan hunne voeten uitstrekte.

De twee vrienden bemoeiden er zich niet verder mede en gingen slapen, terwijl Khamis tot middernacht de wacht zou houden. Llanga kon niet slapen. Vol belangstelling nam hij elke beweging van zijn beschermeling waar. Maar wie schetst zijn verrassing, toen het, ongeveer om elf uur, op klagenden toon "Ngora! Ngora!" riep, ngora, zijn moeder!

"Mooi, wij mogen er niet in!" spotte de Franschman. "Dan zullen wij Zijne Majesteit schriftelijk om een audiëntie moeten verzoeken!" "Alsof hij zou kunnen lezen, verbeeld je!" antwoordde John Cort. "Weet gij niet waar de hut van Li-Mai's ouders is?" vroeg Khamis aan Llanga. "Neen, maar Li-Mai zal er ons bepaald wel heenbrengen, laten wij hem maar volgen."

Hij riep John Cort en Max Huber, de boom dreef steeds nader, daar klonk eensklaps een kreet, alsof een menschelijk wezen om hulp riep, en plotseling stortte zich iets uit den boom en trachtte den oever te bereiken. Zonder recht te weten wat hij deed, zonder een woord te spreken, sprong Llanga in het water en wist het kleine wezentje te grijpen.

"Pas maar op de krokodillen, en zelfs op de nijlpaarden," waarschuwde de voorlooper. "Nu een nijlpaardenboutje kan heel lekker zijn," schertste Max Huber. "Maar voor gij het hebt, zal het nijlpaard aardig boos op u zijn," zei John Cort, "wees dus verstandig en kom onmiddellijk terug, als gij eenig gevaar vreest en wees vooral hoogst voorzichtig!" "Natuurlijk John! Kom Llanga, ga mee!"

Zij zullen niet ver af zijn, want hier hebben zij gekampeerd, hier heeft hun vuur gebrand, en kijk, daar gloeien zelfs nog enkele stukken hout!" "Nu, ik geloof, dat zij ver weg zijn", hernam de onbezorgde Max Huber, "maar hoe het zij, ik ben dood van den slaap. Kom aan, Llanga, ga ook liggen. Ik ga slapen, wel te rusten!" John Cort haalde de schouders op en bleef met Khamis praten.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek