Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Boven aan de trap bleven zij staan. »Luister!« riep het jonge meisje en luisterde. »Riep daar iemand? Ik dacht, dat ik haar stem hoorde.« »Neen lieverd,« antwoordde Mr. Brownlow, terwijl hij een treurigen blik achter zich wierp. »Ze blijft daar tot we weg zijn.« Rose Maylie aarzelde nog, maar de oude heer trok haar arm door den zijne en bracht haar met zacht geweld weg.
"Zie toch eens, lieverd! vinje niet, dat dat jongetje veel van ons Pietje heeft?" Het tafereel, waarvan ze spreekt, is de voorstelling van een lief kind, met het hoofd voorover gebogen op den ruigen kop van een patrijshond, en door een onzer eerste meesters geschilderd; een recht serafijnen gezichtje waarmee ik, in het voorbijgaan, de moeder gelukwensch.
»Kom, kom, kindlief, denk eens aan iemand, die er naar snakt, je in zijn armen te sluiten; 't arme kind! Kijk dan toe, lieverd!« »Niet tante,« riep Oliver met zijn armen om Rose's hals, »ik zal je nooit tante noemen maar zuster, mijn eigen, lieve zuster; mijn hart zei me van begin af dat ik van je houden moest. Rose, lieve, lieve Rose!«
Kom maar hier bij mij zitten, Cilly lieverd, dan kan ze zien, hoe ze alleen klaar komt. Leg die leelijke jurk nu maar eens eindelijk neer, Elsje, en trek je laarzen uit. Er staan lage schoentjes voor je bij het bed." Elsje deed wat haar gezegd werd, terwijl ze uit alle macht slikte om hare tranen in te houden. "Trek nu die zijden kousen aan," gebood mevrouw d'Ablong.
Arme lieverd, hij had moreel meer geleden dan ik, toen ik zoo ziek was. Hij zou de heele wereld onderste boven willen halen om mij leed en pijnen te besparen. Rembang, 10 Augustus 1904. Moeske liefste, ik moet zooveel aan u denken, vooral in den laatsten tijd. En telkens als ik aan u denk, komt er een zacht teeder gevoel over me, doch tegelijkertijd ook diepe weemoed.
Het eenige antwoord was een vloed van jammerklachten van de jonge vrouw die hem omhelsd had en die een mandje en een huissleutel in de hand droeg. »O God!« zei de jonge vrouw. »Ik heb hem gevonden! O, Oliver! Oliver! Ondeugende jongen, om me zoo in ongerustheid te laten! Ga mee naar huis, lieverd, kom. O, ik heb hem gevonden! Dank aan de hemelsche goedheid, ik heb hem gevonden!«
»Is is dit iemand, juffrouw?« vroeg Oliver. »Ja,« zei de oude dame, een oogenblik opkijkend van haar bouillon, »'t is een portret.« »Van wie juffrouw?« vroeg Oliver. »Dat weet ik gerust niet, lieverd,« antwoordde de oude dame vriendelijk. »'t Lijkt toch, geloof ik, niet op iemand, die jij of ik kennen. Je schijnt 't mooi te vinden.« »'t Is zoo lief,« antwoordde Oliver.
»Praat daar nu niet over, lieverd,« zei de oude dame, »dat heeft niets met je bouillon te maken en 't is hoog tijd, dat je die krijgt, want de dokter zegt, dat Mr. Brownlow je misschien vanmorgen komt opzoeken; en dan moeten we ons beste beentje voorzetten, want hoe beter we er uitzien, hoe meer hij in zijn schik zal wezen.«
»Om.... om.... er te blijven, meneer?« vroeg Oliver angstig. »Nee, nee, jongenlief. Niet om er te blijven,« antwoordde de Jood. »Wij zouden je niet graag kwijt zijn. Wees maar niet bang Oliver, je komt weer bij ons terug. Ha! ha! ha! We zullen zoo wreed niet zijn, je weg te jagen, lieverd. O nee, nee!«
»Ik weet wel, dat ik niet zoo snugger ben als jij,« hernam Charlotte, »maar je hoeft mij niet van alles de schuld te geven en te zeggen, dat ik opgesloten zou zijn. Als ik opgesloten was, zou jij in elk geval mee zijn gegaan.« »Jij heb 't geld uit de lâ genomen, dat weet je ook wel,« zei Mr. Claypole. »Ik heb 't voor jou genomen, Noah, lieverd,« wierp Charlotte tegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek