Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Lavinia's moeder wil haar kind liefde voor Turnus doen voelen en tracht haar nu te verklaren wat liefde eigelik voor een eigenaardige koorts is. Maar als 't jonge meisje die beschrijving hoort, is 't enige wat zij daaruit afleidt, dat zij zich die ziekte wel van 't lijf zal weten te houden. Dan verklaart haar moeder verder hoe die ziekte juist zijn geneesmiddel in zich draagt, hoe er vreugde welt uit tranen en uit het bittere, zoet; laat zij maar even naar 't beeld van Amor kijken, die heeft pijlen maar ook een doos met zalf tegen de wonden door de pijlen veroorzaakt. Dit helpt alles niets, het jonge meisje wil haar rust bewaren. Deze hele scène herinnert aan de zoetsappige naïeveteit in »Daphnis en Chloë" of andere latere klassieke liefderomans. Intussen krijgt Lavinia onder een wapenstilstand van uit haar torenkamer Aeneas in het oog in het vijandelik kamp, en op 't zelfde ogenblik wordt zij door een liefdepijl gewond. Zij opent haar kamerdeur om hem beter te kunnen zien en vraagt nu zich zelf af evenals Chloë wat er toch eigelik is. Zou dat de ziekte zijn waar moeder onlangs over sprak? Maar waar zou de medicijn dan blijven die Amor, zoals moeder zeide, medebracht? Ik ben bang dat de doos verloren is en de zalf weg! Maar ik moet verbergen wat mij scheelt. Moeder zal woedend zijn dat ik de erfvijand liefheb. En zij blijft zo in zich zelf praten; daar komt het innerlike drama van het gehele zieleleven te voorschijn, waar de klassieken en de geestelike literatuur het oog der middeleeuwse schrijvers voor geopend hebben en die de romans van nu af, in eindeloze spitsvondige dialogen met zich zelf, trachten weer te geven. Een ogenblik denkt zij er werkelik aan zich tussen Turnus en Aeneas te verdelen, maar zij zet die lelike gedachte van zich af: ware liefde gaat slechts van één tot één; men kan tegen velen glimlachen, maar hij die meer dan een wil liefhebben, houdt zich niet aan de voorschriften der liefde. Zij denkt er over een boodschap naar Aeneas te sturen maar durft toch de eerste stap niet doen, hij mag toch niet denken dat zij lichtvaardig is. De gehele dag zit zij te staren in de richting die hij genomen heeft, en 's nachts ligt zij slapeloos te klagen dat Amor zo wreed is een arm, weerloos jong meisje te overvallen. Wanneer de koningin de volgende dag haar dochter zo bleek en afgevallen ziet verschijnen, begrijpt zij heel gauw wat haar scheelt en letter voor letter in hele korte vragen en antwoorden, bijna als in de Latijnse komedies weet zij de naam van het »voorwerp" uit Lavinia te halen. Verbitterd dat dit nu juist Aeneas moet zijn, tracht zij Lavinia tot andere gedachten te brengen door de ruwste en verschrikkelikste beschuldigingen tegen hem in te brengen, hoe Aeneas aan de paederastie doet, ook dit duidt op een laat klassieke bron voor deze episode. Maar het helpt alles niet; wanneer het jonge meisje alleen gebleven is, schrijft zij een brief »tot en latin", waarin zij Aeneas haar liefde bekent en om de zijne vraagt. Zij bindt die brief aan een pijl en weet door een list een boogschutter er toe te krijgen die naar het vijandelike kamp te schieten. Die liefdegroet is wel enigsins onvoorzichtig, maar bereikt toch zijn doel. De pijl valt naast Aeneas neer, die ziet de brief, leest die en kijkt in de richting van de toren waar zij hem kushanden toe staat te werpen. Als in de Noordfranse romances is het jonge meisje het nog dat het initiatief neemt; wij zijn nog niet tot het troubadour-standpunt gekomen. Aeneas neemt de toenadering goed op en staat van nu af dikwels naar de toren te kijken, tegenover zijn mannen doet hij heel naïef, net alsof het de toren zelf is die hij bewondert, maar zij begrijpen er alles van en plagen hem met allerlei toespelingen. Maar het is ook hier altijd de vrouw die 't meest door de liefde geplaagd wordt als in 't geval van Dido; maar hij vindt niet dat het geheel en al met zijn waardigheid strookt om te laten merken dat hij verliefd is en hij laat zich daarom soms een ganse dag niet zien. »Hij die een vrouw wil liefhebben, zo redeneert hij, moet zijn hart niet al te haastig voor haar openen, hij moet zich enigsins op een afstand houden, want als de vrouw weet dat zij de sterkste is, krijgt hij dat spoedig te voelen." Wanhopig begint Lavinia hem reeds van al dat slechte te verdenken dat haar moeder haar voorgelogen heeft en besluit hem van nu af te haten, »als ik hem tenminste van ganser harte haten k
Hier en daar merkt men pogingen om een zekere uiterlike en innerlike karakteristiek in de personennamen te leggen: Guinaut de blonde, Madian de trotse, »le beau-tenebreux", »le beau-hardi", of de mensen allerlei capricieuse eigenaardigheden te geven; ook vindt men nu karikaturen van een lelike dame, een monsterlike dwerg, en in de proza-romans »problematiese naturen" met allerlei eigenschappen die aantrekken of afstoten goed dooreengemengd, b.v. zulke figuren als Morgane, de zuster van koning Claudas en Arthur.
Vooral klinken van alle kanten de protesten van de getrouwde vrouwen: »Mijn man heeft mij overdag, mijn vriend de korte nacht... Loop heen, gij lelike bochel! bij God, ik zal u horens laten dragen; want nu is de zoete tijd gekomen dat de weiden groenen. Waarom slaat mijn man mij? Ik heb immers nooit iets anders gedaan dan mijn vriend beminnen.
Het verschil in stand heeft weinig voor de gelieven te zeggen, en in elk geval brengt de liefde ze daar licht over heen, of zij nu 's keizers dochter is of hij vorstenzoon en zij van mindere stand. Maar de lelike ouders kunnen die mésaillance niet toelaten. Daarom vluchten b.v.
Aldoor zijn Guillaume en Alis of Floris en Blanchefleur samen; hij is vol attenties en beleefd, heeft nooit lelike woorden of vloeken in zijn mond, en zij zingt en naait en heeft er plezier in steeds maar gordels en beurzen weg te geven die zij geborduurd heeft.
Zijn »cortesie" is zo groot dat Grieken zowel als Trojanen in vergelijking met hem »gewone boeren" zijn, nooit gebruikte hij lelike woorden of sprak hij kwaad, altijd toonde hij zelfbeheersing, alleen gaf hij te graag alles weg, en gaf niets om goud of paarden of edelstenen, »alleen zijn edel gemoed hield hij voor zich".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek