United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


O, ik wenschte dat al de wijn, dien men bij mij gedronken heeft, in vergif ware veranderd voor hen die ze gedronken hebben. Om 't even! Maar zeg! ge moet mij wel uitgelachen hebben, toen ge met de leeuwerik heengingt. Gij hadt in het bosch uw dikken knuppel, gij waart de sterkste! Nu neem ik revanche! Nu heb ik de troeven! Gij zijt kapot, goede man. Ik lach, ja, waarachtig, ik lach!

"Ik heb mot gehad met Bavink". zei i. "Is 't waarachtig?" zei ik. Van Hoyer had ik al gehoord dat ze bij dag en bij nacht samen rondscharrelden, dat ze in één bed sliepen, Japi onder 't laken en Bavink er boven, dat ze om beurten jenever hadden gedronken uit 't ééne bierglas dat Bavink nog had. "Ik heb z'n kacheltje kaduuk gestookt, Zondagavond." In één avond hatti 't kapot gestookt.

"Ja, zij zeggen tot een ander, deze lieve dames: hij is een domme oude kerel, hij zal niet zien, wat wij doen, hij zal nooit merken, dat zijn sokken niet meer zoo kapot gaan; hij zal denken, dat zijn knoopen weer aangroeien, als zij afgevallen zijn, en gelooven, dat banden zich zelf vastnaaien. Ach, maar ik heb een oog, en ik zie veel. Ik heb een hart, en ik voel den dank.

Op den dag, toen we den meridiaan van Afrika's zuid punt passeeren, komt er een hevige storm opzetten, die met zeer hooge golven gepaard gaat; ons schip houdt zich echter best en toont eens, wat het kan. Als er een enkele van die hooge zeeën op het dek kwam, zou ze alles kapot slaan. Maar de Fram is een bewonderenswaardig schip.

Niets en kende hij nog van den vriendelijken omgang met zijnen makker en de minninge met diens zuster, dat moest allemaal kapot. Hij stond alleen, sterk in zijn voornemen en door 't donkere van zijn kamer, herkende hij zichzelf in den ouden boer, vader Verschaeve en deze knikte met straffen hals en de lippen gesloten, goedkeurend om 't geen zijn zoon doende was.

Ze hijgden, vermoeiden zich, deden haastig alsof ze nooit klaar zouden komen .... En dan, bij den klank van de poortbel, stortten ze langs hun zetel, het gelaat in hunne armen, kapot, gereed om alles te aanvaarden. Pastoor Doening vond hen zoo. Hij bleef staan op den drempel, verschrikt. Vrienden, sprak hij zacht. Hunne ruggen huiverden zichtbaar.

NORA. Ja zeker, dat zal ik ook wel. Maar kom nu eens hier, dan zal ik je alles eens laten zien wat ik gekocht heb. En zoo goedkoop! Kijk, hier is een nieuw pakje voor Ivar ... en dan nog een sabel. Hier is een paard en een trompet voor Bob. En hier is een pop en een poppenbedje voor Emmy; dat is nu niet zoo erg mooi, maar zij maakt toch dadelijk alles kapot.

Kom, ik zal eerst etenZe ging eten en werd gaandeweg slaperig en toen begon ze te snijden, en half slapend sneed ze al haar kleêren kapot, haar schort en haar rok en hemd.

Om hem zilverde de zingende zon, maar grijs en zwaar nevelde zijn treurende gedachte: het zou er nu mee uit zijn, het groene sijsje is kapot.... Zoo kwam hij in de Papenvest. Op den drempel van een oud huis stond eene vrouw. Zij was groot en blozend en hare huid schoot op uit haren rooden halsdoek, gelijk eene klaarte vol zoetigheid. Ze lachte stille. Ze lachte stille, stille.

Op de Beurs was het nieuws den eersten dag rondgegaan. De crediteuren waren verontwaardigd. Cijfers, dikke, vette cijfers werden genoemd. Er was een algemeene verbittering. De solide beursmannen, die geld aan "hem" verloren hadden, waren kapot van zoo'n geval. Anderen die wat aan "hem" verdiend hadden, redeneerden en beweerden dat je van een zaak alles moet weten voor je aan 't veroordeelen gaat.