Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Cyprianus lachte in het geheel niet, maar beet zich op de lippen van kwaadaardigheid. Want het was onmogelijk de woorden van den Kaffer verkeerd te verstaan. Die geschiedenis was klaarblijkelijk waar. Cyprianus zocht tevergeefs naar redenen om aan hare werkelijkheid te kunnen twijfelen.

Wanneer hij bezig ware geweest de groote krukas eener stoommachine van twaalfhonderd paardenkracht met amaril en olie te polijsten, dan zou hij aan dat werk zijne vuisten niet met meer kracht hebben kunnen gebruiken! Die inspanningen droegen eindelijk goede vruchten. De lijkenstijfheid van den jeugdigen Kaffer scheen langzamerhand te verdwijnen.

»Ik begin al verstandig te redeneeren vindt ge niet?" vraagde het meesterke met een glimlach. Frits moest er toch zelf om lachen. »Gij zijt een aardig meesterke," zeide hij vriendelijk, hem op de smalle schouders kloppend. Doch zijn gelaat hernam eensklaps weer zijn ernstige plooi, toen hij vraagde: »Blijft de Kaffer bij zijn beweren?" »Ja," zeide het meesterke vol vreeze.

Zie die menschen toch eens aan, die daar komen en gaan; het loont de moeite. De voorste daar, die zoo juist tien gouden souvereins opstrijkt met zijn vuile handen, is een Kaffer. Ge kunt het wel zien aan den bouw van dien schedel, die zoo hard is als de gepantserde rug van een schildpad, aan dat zwart, gekroesd haar, aan dat donkerkleurig, bijna zwart gelaat en dien stompen neus.

En die laten hun niets anders dan de ingewanden over, zooals de Europeesche jagers ongeveer met hunne jachthonden handelen. Een Macalaccasche Kaffer bezit niets in eigendom, zelfs de ellendige hut, niet, die hij bewoont, zelfs de kalabas niet, waaruit hij drinkt.

Toen hij echter het breede, diepe lidteeken zag, dat over den geheelen linkerarm van den Zoeloe liep, begon de strakke, strenge plooi in zijn gelaat allengs te ontspannen. Want dat lidteeken sprak in zijn stomme taal een roerende geschiedenis, en Frits Jansen kende die geschiedenis. Op nieuw keek hij den Kaffer aan, doch Eliëzer greep de handen van zijn meester en kuste ze.

Marling weet het nog zoo goed alsof het gisteren gebeurd is zou Lena het ook nog weten? »Columbus," roept Lena op luiden, vroolijken toon, »kom eens hier!" Een oude, donkerkleurige kaffer komt uit den boomgaard aanloopen. »Hier bezorg de paarden," zegt zij. Columbus staart intusschen den Engelschman aan. »Kent gij dien heer?" vraagt zij.

Ik geloof wel, dat die voornemens was, hem van een leelijke kermis te huis te laten komen; want hij is erg bang voor verspieders, en de Kaffer, tot een vijandigen stam behoorende, kon van niets anders verdacht worden. Men heeft hem evenwel tot nu toe het leven gespaard. Tot zijn geluk kende de arme drommel eenige goochelaarstoeren, waardoor hij zich voor een toovenaar kon uitgeven...."

Hij was aan den dood ontsnapt, maar ten koste van een bloedige vernedering! Hij, mijn-ingenieur! hij, leerling van de Polytechnische school, uitstekend scheikundige, beroemd geoloog, hij was door de list van een ellendigen Kaffer gefopt geworden! Of beter, hij was dat alles verschuldigd aan zijn eigen ijdelheid, aan zijn zelfoverschatting. Ja, daaraan had hij dien vreeselijken bok te wijten.

»Waar komt het van daan?" vraagde hij, nadat beide Kaffers waren neergehurkt bij het flikkerende vuur. De vreemde Kaffer trok de schouders op. »Het komt ergens van daan," zeide hij langzaam, »doch niemand weet van waar. Zelfs de witmensch weet het niet." Van het monster was nu geen spoor meer te ontdekken. Zelfs het gedreun was verdwenen, en Eliëzer haalde ruim adem.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek