United States or Cook Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het geluid werd al sterker de slapende kaffer werd er van wakker en wreef zich verbaasd de oogen. Maar Eliëzer sprong op, want hij zag thans een zwart monster windsnel naderen in vuur en rook, en de oogen van het monster fonkelden als van een reusachtig roofdier.

Waai hoog nou in ons helder lug, Transvaalsche vrjjheidsvlag! Ons vijande is weg gevlug, Nou blink 'n blijer dag! Veul storme het jij deur gestaan, Maar ons was jou getrou; En nou die storm is o'er gegaan, Wijk ons nooit meer van jou, Bestormd door Kaffer, Leeuw en Brit, Waai jij steeds o'er hul kop; En tot hul spijt anskou hul dit, Ons hijs jou hooger op!"

Men kan gerust zeggen, dat een Kaffer, die een jaar in deze mijnen gewerkt heeft, als hij in dien tijd niet lichamelijk ten gronde is gegaan, dan toch zeer zeker zedelijk totaal bedorven is. De toestanden, die hier op zedelijk gebied heerschen, zijn allerbedroevendst. Het is mij echter onmogelijk daarover in een open schrijven uit te wijden.

Klaarblijkelijk had Makatit den Napolitaan, die veld op hem begon te winnen, bespeurd, maar hij kon zijn ouden baas en zijn makker van het Vandergaarts-kopje niet zien, daar zij nog te ver verwijderd waren en zich op den rand der vlakte bevonden. De jonge Kaffer bespoedigde dan ook zooveel mogelijk den gang van zijn karretje.

Dat was Makatit, de jonge Kaffer, die des nachts gewoonlijk rond het kamp omdoolde en die er uit instinct toe overgegaan was die gemaskerde mannen te volgen, juist toen zij zich naar de woning van den ingenieur begaven. Daar had hij alles gehoord wat er gezegd was geworden, en had het gevaar begrepen, waaraan zijn baas blootgesteld was.

Cyprianus nam een vel wit papier en schreef: "Ik erken dat de diamant, op mijn claim door een Kaffer in mijnen dienst gevonden, volgens contract het eigendom is van Master John Stapleton Watkins. Cyprianus Méré." Helaas! dat was eene omstandigheid, die al de fraaie droomen van den ingenieur verwoestte.

Treft dit lot een inboorling, een Kaffer, dan wordt die meestal onmiddellijk naar zijn kraal teruggestuurd, waar hij dan de ziekte verder kan verspreiden en een vroegen dood sterven. Van het lot van deze arme menschen trekt niemand zich iets aan.

De jeugdige Kaffer had blijkbaar een paar dagen zoek gebracht met naar de waadbare plaats in de Limpopo te zoeken, en trok thans naar het bergland in het noorden. Of dat bergland nog ver was? En hoeveel marschdagen die afstand nog bedroeg? O, slechts zeven of acht.

»Dat is baas Roodbaatje," meent hij, »wis en zeker; het gewonde Roodbaatje uit Engeland." »Goed geraden," zegt Marling, en reikt hem de hand, doch slechts aarzelend en verwonderd neemt de oude kaffer die hand aan. Ook Lena is verwonderd, want het is in Zuid-Afrika geen gewoonte, dat een blanke, een witmensch, aan een kaffer de hand reikt. Nu begeven Marling en Lena zich naar binnen.

»Over Cecil Rhodes?" »Dat heb ik niet gehoord, Baas." »Ze willen naar Johannesburg," ging de Kaffer voort op gedempten toon; »daar zou dan een opstand moeten uitbarsten. Maar ik begrijp dat niet, Baas!" »'t Is ook niet noodig," meende Frits.