Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De pioenen bliezen zich op, om grooter dan een roos te zijn; maar in de grootte zit het hem niet! De tulpen hadden de allerschoonste kleuren, en dat wisten zij wel en hielden zich zoo recht als een kaars, opdat men ze beter zou kunnen zien. Zij letten niet op het kleine madeliefje daar buiten; maar dit keek des te meer naar hen en dacht: «Wat zijn zij toch rijk en schoon!
Hij lag daar, duister en hard, zooals hij bij zijn leven geweest was, en men kon bijna gelooven, dat hij nog leefde. Was er een dokter en een tafel met medicijnflesschen benevens een brandende kaars voor het bed geweest, dan zou men gedacht hebben dat pater Succi ziek lag in het koor van zijn kerk en op zijn laatste stonde wachtte.
En terwijl deze acht avonturiers om de Proef-Hoeve ratten bevochten, kampte, negen mijlen ver weg, in het dorp Cheasing Eyebright, een oude juffrouw met een ontzettenden neus, met groote moeilijkheden bij het licht van een flakkerende kaars.
Maar meisje, wat doet ge nu? riep hij plotseling; twee kaarsen te ontsteken, waartoe dient toch die verkwisting? Is één niet reeds genoeg? Zij trok toornig de wenkbrauwen samen, toen zij zich omwendde en den Jood in het gelaat zag. Ik dacht oom, dat gij van avond ter eere van uwen gast wel een kaars meer durfdet branden, zeide zij scherp.
En vijf minuten later had haar aardig bruin kopje zijn plaats op het kussen weer ingenomen en riep zij met een vleiend stemmetje Rodolphe's lippen weer op haar kleine, blanke, blauwdooraderde handen, waarvan de paarlemoerkleur wedijverde met het wit der lakens. Rodolphe stak geen nieuwe kaars aan.
Helaas! helaas! REGINE. Wat is er toch? Nu heb ik hem aan den haak, kindlief! En dat ik nu de schuld moest zijn, dat dominee zoo'n ongeluk moest overkomen! DOM. MANDERS. Maar ik verzeker je, Engstrand.... ENGSTRAND. Maar er is toch niemand anders dan dominee bezig geweest met licht daarginder. Ja, dat beweer jij. Maar ik kan mij volstrekt niet herinneren een kaars in mijn hand te hebben gehad.
Guzman was echter maar matig ingenomen, met het nieuwe leven, dat voornamelijk bestond in het wachten in een voorvertrek, en tafeldienen. De tucht was er streng en alles wat hij stelen kon bestond uit een paar eindjes kaars. Maar eens ontdekte hij, dat er een groote hoeveelheid heerlijke ingemaakte vruchten in een kast bewaard werden, en daaraan deed hij zich toen te goed.
In een oude, half vergane deken gewikkeld, zat hij in elkaar gekrompen bij den kouden haard; zijn gezicht gewend naar een bijna uitgebrande kaars, die op een tafel bij hem stond. Zijn rechterhand hield hij tegen de lippen, en toen hij, in gedachten verzonken, op zijn lange, zwarte nagels beet, kwamen in zijn ingevallen mond eenige tandbrokken te zien, die van een hond of een rat schenen te zijn.
Reeds was zijn hoofd in de kamer, toen hij tante Polly hoorde zeggen: "Hoe zou de kaars zoo waaien? Ik geloof waarempel, dat de deur openstaat. Wel, al zijn leven! De wonderen staan niet stil. Kom, Sid ga haar sluiten." Tom verdween van pas onder het bed. Hij bleef een oogenblik stil liggen om adem te scheppen en kroop toen zoover naar voren, dat hij bijkans tantes voet raakte.
"Hei, Huck! hoor je dat?" Huck begon ook te graven en te krabbelen. Eenige planken werden spoedig gevonden en verwijderd. Zij dienden om een door de natuur gevormden kelder te verbergen, die zich onder de rots bevond. Tom kroop in dien kelder en hield zijne kaars zoo ver vooruit, als hem mogelijk was, doch kon zoo zeide hij niet tot aan het einde der kloof zien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek