Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Drie weken te voren was het engagement van jonker Eduard Lasure met eene freule Leeuwenhuis publiek geworden. Eva was zeer ziek; men vreesde dat het op een tering zou uitloopen. De middelen van dokter Biermans hebben haar niets gebaat.
»Mij dunkt", antwoordde ik, »dat dit niets was dan een listig uitstrooisel van Jonker Satan zelf, om zijne smadelijke nederlaag te verbloemen." »Niet waar?" riep hij triomfantelijk: »Anders kan het niet geweest zijn! Anders niet!..... Kinderen, ik kan u verzekeren dat ik van dien dag af aan den Duivel geloofd heb, zoo stellig als aan den goeden God!"
"Heel slecht, zooals ik zeide; zij riep ons toe dat wij haar dáár moesten laten sterven, en dat wij het u moesten zeggen." "Zij heeft mij nóg lief!" juichte ik. "Wat dat betreft, jonker, dat's maar al te waar, en dat is erg genoeg na alles wat er verder gebeurd is.
Een oogenblik later hoorde Fulco de hoefslagen van een paard, dat zich verwijderde. "Waar is de schurk?" klonk nu de stem van Jonker Jan, die zich naar buiten spoedde. "U komt een oogenblik te laat, Jonker. Hij is er vandoor." "Dat is jammer! Ik had niet gemerkt, dat hij de deur uitgeslopen was, en zocht hem nog in de hut." "Hij heeft het ook lang niet dom overlegd.
"Ze bestaan wel, Heer," zeide de Jonker beslist, "en ik beken, dat ik hen liever niet ontmoet. Ik ben er bang van." "Ik ook!" spotte Fulco. "Spot er maar niet mede," vermaande de Jonker ernstig. "Ik verzeker u, dat ze bestaan. Jonker Herman van 's Heerenberg heeft me onlangs er wel zooveel van verteld, dat ik volstrekt geen lust heb, persoonlijk met hen kennis te maken.
"Gij hebt mij voorzeker iets bijzonders te zeggen?" voerde zij den jonker te gemoet: "Reeds zijn er verscheidene weken verloopen sedert gij op den Blankert zijt geweest. Gij houdt uwe bezoeken wel op prijs, en dan nog zijt gij steeds een onweersvogel; men ziet u niet dan bij avond en ontijden, bij stormen en onweders.
Hij stond op de monsterrol ingeschreven als Jonker Joan van Craeihorst." "Jonker Joan van Craeihorst!" herhaalde Ulrica, verbleekende. "Is hij UEd. bekend?" vroeg Botbergen haastig, "dan spijt het mij iets te zijnen nadeele gezegd te hebben." "Onvoorzichtige!" riep Mom, een ontevreden houding aannemende: "die heer van wien gij spreekt, is de voedsterbroeder van onze waardige Freule!"
"Blief van mien af, of ik schraauw," zei Doortje, sterk blozende, terwijl zij eenige schreden achteruit ging: "He'j 't niet geheurd wa'k lest zei, da'k van die fiene proat niks wêten wil." "Och! zet die malligheid toch uit 't hoofd," hernam Alfred: "Wie drommel zal 't je kwalijk nemen dat je doet wat een jonker graag wil? Voor ditmaal één zoentje op je mollige lipjes lieve meid, en dan...."
Ik zou dat sprookje maar niet verder uitkramen; want het mocht u eens kwalijk bekomen, als de Jonker van Craeihorst terugkomt."
"Dat is hij, Klaas Dirksz," zeide Jonker Engel, "en ik reken mij gelukkig zulk een vader te hebben." "'t Zal mij veel kosten, hier te blijven, terwijl onze Admiraal naar Texel gaat," hernam oom Klaas. "Dat zal wel niet noodig zijn, stuurman," hervatte Jonker Engel. "Als de Scheepsraad, die zoo straks bijeenkomt, het goed vindt, zal ieder, die wil, met vader kunnen meegaan."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek