Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"Met twee goede paarden?" "Beste." "Wacht het, waar ik heb gezegd dat het wachten moest?" "Ja." "Goed," zei Jondrette. De heer Leblanc was zeer bleek.

"Hij is den geheelen dag niet te huis geweest, en gij weet wel, dat het nu zijn etensuur is." "Zijt ge er zeker van?" "Zeker." "Om 't even," hernam Jondrette, "'t kan geen kwaad te gaan zien of hij te huis is. Neem de kaars, meisje, en ga zien." Marius liet zich op handen en knieën vallen en kroop stil onder zijn bed.

"Wel," zei de heer Leblanc, op Jondrette een schuinschen blik slaande, als iemand die op zijn hoede is; "'t is een uithangbord van een of andere herberg, dat misschien drie francs waard is." Jondrette antwoordde heel bedaard: "Hebt ge uw portefeuille bij u? ik zou mij met duizend kronen tevreden stellen."

Jondrette sprak evenwel als door een soort van instinct zachter, doch niet zoo zacht of Marius kon zijn woorden verstaan. Als een gunstige omstandigheid voor Marius kwam hierbij, dat de gevallen sneeuw het geraas der rijtuigen op den boulevard verdoofde, en Marius dus geen woord ontging. Marius hoorde nu dit: "Luister goed. Wij hebben den Cresus gevangen. 't Is zoo goed als geschied.

De buurman komt nooit vóór elf uren t'huis. De meisjes zullen de wacht houden. Gij moet ons helpen. Het moet gebeuren!" "En zoo 't niet gebeurt?" vroeg de vrouw. Jondrette maakte een heilloos gebaar, zeggende: "Dan zullen wij 't hem wel leeren." Hij lachte luide. 't Was de eerste keer dat Marius hem zag lachen. Die lach was kil en flauw en deed iemand rillen.

"Mijn weldoener!" riep Jondrette in vervoering. En hij voegde er zacht bij: "Bezie hem goed, vrouw!" Mijnheer Leblanc had den arm der schoone jonge dame genomen en wendde zich naar de deur. "Tot van avond, vrienden!" zeide hij. "Te zes uren?" riep Jondrette. "Te zes uren precies."

"Schrei, balk toch!" beet Jondrette haar in 't oor. Tegelijkertijd kneep hij in haar gewonde hand. Dit alles voerde hij uit met de behendigheid van een goochelaar. Het meisje begon luide te krijten. De bekoorlijke jonge dame, die Marius in zijn hart "zijn Ursula" noemde, naderde haastig, uitroepende: "Arm, lief kind!" "Zie haar bloedende hand, schoone jonge dame," zei Jondrette.

Wij hebben vergeten te zeggen, dat men op den boulevard du Temple dezen knaap den kleinen Gavroche noemde. Waarom heette hij Gavroche? Waarschijnlijk omdat zijn vader Jondrette heette. Den familieband te verbreken, schijnt bij sommige arme familiën een instinct te zijn. De kamer, welke het gezin Jondrette in het huis Gorbeau bewoonde, was de laatste aan het einde van de gang.

Terwijl hij dus sprak zag Jondrette den heer Leblanc niet aan, die hem gadesloeg. Het oog van den heer Leblanc was op Jondrette, en dat van dezen op de deur gericht. Marius hield met ingehouden adem beiden in 't oog. Mijnheer Leblanc scheen bij zich zelven te vragen: "Is hij krankzinnig?"

Hoe verward zijn herinneringen waren, Marius zag er eenige schaduw van. Wat was eigenlijk het avontuur in het verblijf van Jondrette? Waarom was deze man, Jean Valjean, bij de komst van de politie gevlucht, in plaats van zich te beklagen? Marius vond hierop het antwoord. Wijl deze man een tuchteling was, die zijn ban verbroken had. Een andere vraag: Waarom was deze man in de barricade gekomen?

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek