Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 november 2025


Toen de aandoening, die hen wederzijds beklemde, eenigszins bedaard was, vonden beiden kracht genoeg, om met meer bedaardheid elkanders weetlust te voldoen omtrent de lotgevallen, die hun sedert hun scheiding waren overkomen, in welk gesprek Joan zich spoedig mengen kon.

Raesfelt, die niets liever verlangde, dan Joan tot metgezel in zijn vlucht te hebben, wendde al zijn welsprekendheid aan om hem in dit voornemen te versterken. "Maar!" zeide Joan eindelijk: "alles is goed en wel: doch is het gezegd, dat uw Dulcinea, die zeer geneigd is om u te verlossen, evenzeer er op gesteld zal wezen, om mij aan mijn kerker te laten ontsnappen?"

Ik heb over zaken van meer gewicht met u te spreken, dan over een ellendige dronkenmanskibbelarij." "Gij schijnt den oorsprong van den twist niet te kennen," zeide Joan, terwijl zijn oogen van drift fonkelden, "of gij hadt er een anderen naam aan gegeven.

Ja zelfs had hij, 't geen iets ongehoords scheen, de gunst der schrikkelijke Predikantsvrouw verworven, door haar nu en dan wildbraad te schenken en een bunsingfamilie uit te roeien, die zich kort achter de Pastorie genesteld had en een vernielingsoorlog aan de kippen van Mejuffrouw Raesfelt had verklaard. Doch niemand was zoo sterk aan Joan gehecht, als de zachtzinnige en lieftallige Ulrica.

Dit zeggende, trad zij, na een beleefde buiging voor den Ambtman, het bruggetje over, dat haar op het grondgebied des Barons bracht, en vervolgde haar weg met Magdalena door de tuinen van het slot, terwijl de edellieden, hun rossen weder bestegen hebbende, langs den zijweg voortstapten, om, verder op, de hoofdpoort in te gaan, inmiddels overleggende, hoe zij hun duistere voornemens tegen den goeden naam van Joan best zouden ten einde brengen.

"Zoo onze Jonker het nog niet verleerd is, zal hij de Heeren spoedig de baas zijn." "Ik twijfel er aan," zeide Joan: "ik heb in lang niet gespeeld en ben heden nog te verweerd van de reis, om naar behooren te spelen." Dit zeggende, plaatste hij zich naast den Baron, die zich weder aan het spel begeven had en wachtte zijn beurt af.

Dan welk een schrik beving de vluchtelingen, toen zij een verlichte zaal en een groote schaar van menschen voor zich zagen. Beiden verzetteden en wilde terugtreden; doch het was te laat. Bleiswyk had Joan reeds met zich naar binnengetrokken, en Hendrik, die niet van zijn vriend wilde scheiden, volgde hen.

Een wijl daarna hief Raesfelt weder het hoofd op en vroeg, eenigszins schroomvallig, of Joan ook naar Leiden zou gaan en in de rechten studeeren.

"Alweder!" zeide de Baron: "hebt gij niet gehoord, wat ik zooeven zeide, dat gij u van aanmerkingen te onthouden hebt?" "Ik zal geen woord meer spreken," mompelde Joan: "doch ik houd niet van dien page." "Niet? Gij zult van hem houden, als ik het verkies. Ik begeer, dat gij zeer vriendelijk tegen hem wezen zult en hem morgen, zoo hij het verlangt, het kasteel, de tuinen en de omstreek zien laten."

"Jammer maar!" zeide hij, terwijl hij zich in de handen wreef, "dat onze goede Joan er niet bij is! doch ik zal hemel en aarde bewegen om hem op het trouwfeest te krijgen." "Daar zal UEd. wel aan doen," zeide Bouke, die zich op dat oogenblik alleen met zijn meester bevond: "ik ga hem straks opzoeken; heeft UEd. hem ook wat te zeggen?"

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek