Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Nu herinnerde zich Joan de bedreiging van Mejuffrouw Raesfelt, en schoorvoetende begaf hij zich naar het slot. Hij trad de voorzaal in, waar hij den Baron in zijn leunstoel als rechter gezeten vond, met een gerimpeld voorhoofd en strakke oogen, die weinig goeds beloofden.
"Die hond," zeide Joan met eenige trotschheid, "is op mijns vaders slot geboren: hij is de jongste en eenig overgeblevene zoon van den ouden, getrouwen, die nu lang dood is en die in zijn tijd aan den Graaf van Falckestein had toebehoord, maar hem door de Spanjaards ontnomen was. Mijn vader heeft hem herwonnen." "Uw vader?.... De Graaf van Falckestein.... Knaap! wie zijt gij?"
Joan zette den voet op de streep, keek even naar de kegels en wierp toen den bal over de baan op een zoo onverschillige wijze en met zooveel onoplettendheid, dat geen der aanwezenden dacht dat hij een kegel raken zoude.
"Een oogenblik slechts, vader!" herhaalde Joan, en bleef toen een poos al weifelende staan. "Nu! komt er wat?" vroeg Reede, ongeduldig. "Ja vader! ik wilde u vragen.... ik wilde maar weten.... wie mijn moeder was." Deze laatste woorden sprak hij zeer schielijk uit, als had hij gevreesd, dat ze hem in de keel zouden hebben blijven steken, indien hij nog een oogenblik gedraald had.
"In 's Hemels naam," zeide Joan, met een diepen zucht: "dan zal ik moeten wachten tot ik mijn vad.... tot ik den Heer Baron zelf spreke." "Nu!" zeide Geert: "ik durf niet langer hier blijven: ik heb hier al lang genoeg mijn tijd verpraat.
Even achteloos als de vorige reis, deed Joan den bal over de baan rollen, en wierp, evenals de vorige reis, den koning om. "Zie mij zulk een geluksvogel eens aan!" riep de Jonker van Scherpenzeel uit: "hij raakt slag op slag, zonder er eens naar om te zien." Hij speelde; maar zoowel hij als Botbergen misten hun worp en Joan werd als overwinnaar begroet.
"God verhoede, dat ik Zijn goedheid ooit betwijfele," zeide Joan, de oogen eerbiedig opheffende: "tot Hem alleen kan ik mij keeren: van Hem alleen troost in mijn lijden verwachten; doch hier op aard is de poort des heils voor mij gesloten."
"Dat zult gij anders ondervinden! zeide Joan, en zich omkeerende, schoot hij den booswicht neder, die vloekende tusschen de paarden rolde.
"Zoo!" hervatte de veerman, wiens gelaat op dit bericht betrok; "nu ja! maôr ik weet niet of het zich wel schikken zal.... Patientie! wij zullen zien. Haalt aan, jongens! haalt aan!" Aan de overzijde aan wal gestapt en den dijk opgewandeld zijnde, zag Joan in de laagte een soort van huifkar staan, met twee kloeke paarden bespannen, welke een jonge vrouw vasthield.
"Mijn zoon!" gilde de Gravin, terwijl zij haar handen wrong en schier onmachtig in de armen van de nabijstaande dames viel: "mijn Ulrich! o God! is het mogelijk!" "Joan de zoon van mijn trouwen vriend Falckestein!" riep de Baron.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek