Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


"En draagt de Baron van Sonheuvel kennis van deze reis?" Joan schudde het hoofd en zuchtte.

"Bedenk u wel," zeide de Baron: "Ik bezit niets, dat ik mijn eigendom kan noemen, dan mijn moeders erfdeel: op mijn ouden dag bekrimp ik mij niet meer, en van wat ik heb, heb ik vast besloten de helft aan Joan te geven; ik heb dien armen jongen niet opgevoed om hem naderhand armoede te laten lijden.

"Om 't even," zeide de kapitein, die weder zijn bedaardheid hernomen had: "doch het kan u niet onbewust zijn," vervolgde hij, fluisterende, "dat er een plan bestaat om Frederik Hendrik hier aan 't hoofd der zaken te stellen." "'t Is voor 't eerst dat ik er van hoor," antwoordde Joan.

Daar hebt gij, om te beginnen, 's mans zwager Hans De Wolff, die zich de zijde-kramer noemt, ofschoon hij wel handelaar mag heeten, als men de uitgebreidheid in aanmerking neemt der zaken, die hij drijft: bij hem zit zijn zoon, die Hans heet als hij, maar zich liever Joan laat noemen, en diens aanstaande, Cornelia Block, en daarachter, ja waarlijk, daar houdt onze dichter zelf zich schuil.

Huilend zocht Hendrik zich te verontschuldigen en Joan riep. herhaalde reizen: "Juffrouw! je moet Hein niet straffen. Hij heeft niet meegesnoept." "Wat! ik hem niet straffen!" riep de vertoornde vrouw, den armen knaap des te feller slaande en knijpende: "en zou jij me dat beletten, jou snotneus? Ga maar naar 't kasteel, ik zal er je vader over spreken, dat zal ik!"

"Wie ik ook wezen moge," riep Joan, zich een traan uitwisschende, "een ondankbare zal ik nimmer zijn; en zoolang ik leve, heer Baron! zal erkentenis voor uw vaderlijke weldaden mijn boezem vervullen. Neen!" vervolgde hij, terwijl zijn stem, die in den beginne zwak en stamelend was, onder 't spreken vaster en fierder werd: "neen, mijn vader! gij hebt uw mildheid aan geen ondankbare verspild.

Wij springen thans, volgens het voorrecht van romanschrijvers en nieuwerwetsche Fransche vaudevillisten, wederom eenige onbeduidende jaren stilzwijgend over, om tot een voorval te komen, hetgeen plaats greep, toen Joan zestien jaren bereikt had, en dat op zijn volgende loopbaan meer invloed had, dan men er in het eerst van had kunnen verwachten.

Bouke vertrok en de Baron zette zich onrustig neder en zag voor zich; nu en dan echter keek hij steelsgewijze naar Joan, die eerst wankelende, vervolgens met een vasten stap op hem afkwam. "Waarlijk," dacht Reede: "hij is toch een knappe jongen: het zou jammer zijn, indien er niets beter dan een geleerde van worden moest."

"Laat hem dan hier komen," riep Reede, ongeduldig wordende: "waar zit hij?" "Ik heb hem op den toren gevangengezet," zeide Joan, die met zijn kruisboog op schouder, uit den hoop hervoor stapte: "hem en zijn makkers!" "Geen gekscheren, Joan!" zeide de Baron, gramstorig: "zulke malligheden komen nu niet te pas. En breng dat geweer weg. Als er uilen geschoten moeten worden, zal ik u roepen."

Joan is het hoofd, dat denkt; Cornelis de arm, die uitvoert.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek