Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Dat is juist verkeerd: je komt veel te weinig in de lucht en veel te weinig onder de menschen. Amélie zei dat van middag ook aan tafel, en daarom ben ik eens aangeloopen om te vragen of je morgenavond bij ons komt. Een soirée? Niemand. Goed; ik zal komen met heel veel plezier zelfs. Ja maar, waarom doe je dat nooit uit jezelve? Ik kom er niet toe. Wat voer je dan 's avonds uit?
Die vraag kan jij jezelve beantwoorden, als je even nadenkt, antwoordde zij en zij wilde zich met haar kom verwijderen. Hij echter vatte haar bij de beide polsen. Loop nu niet boos weg en zet die kom maar neêr. En antwoord me nu niet met halve woorden. Hij dwong haar zacht te gaan zitten en ontnam haar de kom, maar zij maakte heure polsen los uit zijn greep.
Jeanne lachte even, overvol van geluk. De wereld scheen haar schoon en goed toe, vol liefde. En zij dacht aan Frans... Zij waren op een bank gaan zitten en Jeanne waagde te vragen: Maar jijzelve, Mathilde? Je spreekt altijd zooveel over je mama en nooit over jezelve. Mathilde zag met iets huiverends op. Over mijzelve? Ik doe mijn best mijzelve te vergeten.
Ja.... ja, ik ga, ik ga, maar.... Henk! O spreek niet zoo tegen me, spreek niet zoo tegen me!... Waarom? God! Ik ben immers al zoo diep ongelukkig! Dat is je eigen schuld, dat maak je jezelve, maar dat is daarom nog geen reden, dat je het een ander hoeft te maken, vooral niet Erlevoort... Ja, ja, je hebt gelijk! snikte zij nu, gebroken. Ik zal gaan, maar ga met me meê, ga met me meê, Henk....
Ik dank je, sprak ze, dat je me dit geleerd hebt en me geleerd hebt zóo gelukkig te zijn als we zijn en niet anders. Zie je, toen ik nog leefde, toen ik een mensch was, een vrouw, meende ik al geleefd te hebben, vóór ik je ontmoette, want ik had een man gehad en ik had kinderen van wie ik heel veel hield. Maar ik leerde pas het leven van jou, het leven zonder egoïsme en zonder verlangen; ik leerde dat van je dezen avond, of ... dezen dag, wat is het? O, je hebt me het leven gegeven en het geluk, en alles! En ik dank je, ik dank je! Zie je, je bent zoo groot en zoo sterk en zoo klaar en je hebt me gedragen naar je eigen Geluk, dat ook het mijne moest zijn, maar dat zoo hoog boven me was, dat ik het zonder je nooit bereikt zoû hebben! Want er was een grens voor me, die er niet voor jou was. Zie je, toen ik nog mensch was en zij lachte, terwijl zij hem vaster nam had ik een zuster en die voelde òok, dat ze een grens had tusschen haar en haar geluk, en ze voelde, dat ze dien grens niet kon overschrijden en was daar zoo ongelukkig om, dat ze vreesde gek te zullen worden. Maar ik, ik weet het niet: ik droomde, ik dacht, ik hoopte, ik wachtte, o ik wachtte en toen ben je gekomen, en je hebt me dadelijk doen verstaan, dat je geen mensch, geen man voor me mocht zijn, maar dat je méer voor me kon zijn: mijn engel, o mijn heiland, die me in zijn arm nam en me over den grens opdroeg naar zijn eigen hemel, waar hijzelve god was en mij madonna maakte. O, ik dank je, ik dank je! Ik weet niet hoe ik je danken kan, maar ik kan je alleen zeggen, dat ik van je hoû, dat ik je aanbid, dat ik mijn ziel neêrleg aan je voeten. Blijf zoo en laat me je aanbidden, terwijl je zoo knielt. Zoo mag ik je wel aanbidden, niet waar, terwijl jezelve knielt? Zie je, ik moet je ook biechten, zooals je mij wel eens deed, ging zij voort, en zij kón nu niet anders dan biechten, ik ben niet altijd eerlijk tegenover je geweest, ik heb me wel eens moeten voordoen
Dus jij bent niet bang; jij bent nooit bang? Wel neen. En jij, je maakt jezelve bang. O ja, dikwijls. Dan verbeeld ik me allerlei griezelige dingen van spoken en schimmen van ridders, tot ik er van ril. Maar jij bent ook zoo prozaïsch, je maakt zeker ook nooit verhalen bij jezelve. Verhalen? Wel neen. Wat voor verhalen? Heele romans.
Ach, zet me toch niet zoo hoog in de lucht! antwoordde hij vriendelijk, terwijl zijn stem haar volheid dempte, waardoor hun gesprek slechts tusschen hun lippen scheen voort te zweven. Ik voel me zelf zoo doodgewoon, zoo niets bizonder verheven boven anderen, je mag jezelve ook niet zoo beneden me stellen. Jij mij een beetje waard! Waar haal je het vandaan? Kleine dwaas!
Neen, met Paul gespeeld kon Freddy niet hebben, zij hield niet van Paul of.... ach, of er waren andere redenen.... Aan die andere reden wilde mevrouw het liefst gelooven.... Nu heb je het goed gemaakt! zeide mevrouw tot Freddy, toen ze vertrok. Maar laat me je nu niet meer behoeven aan te manen. Je komt nu en dan eens uit jezelve aan, kwade meid! Ik ga nooit uit en ik zit hier zoo alleen.
We dachten geen oogenblik aan je! riep Paul onmeêdoogend. Natuurlijk! antwoordde Etienne woedend. Jullie denken alleen aan jezelve en jullie gaan rossen, terwijl ik me hier doodblok. Ik, ik wensch je een heelen boel slechts toe! Freddy en Paul lachten luid. Merci bien, allerchristelijkste broêr! riep Freddy en wuifde hem met hare karwats toe.
Ach, Marianne, sta jezelve toch niet zoo bang te maken; kom nu in bed, dan kakelen we gezellig. Marianne liet het gordijn neêr, kleedde zich in een wip uit en nestelde zich naast Freddy. Ook zij lachte even. Je kan hier wel een bal geven, in dit bed! O, ik zou dol zijn van angst, als ik hier alleen moest slapen. Ik heb totnogtoe altijd in onze oude kamer geslapen, waar ik met Jet was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek