United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


»En de bruidskrans, die u als eene heilige zal tooien, lieve, kleine Hulda?" »Ja, mijnheer Sylvius." »Komaan, dat is goed. Maar...." »Maar wat, mijnheer Sylvius, zouden wij iets vergeten hebben?" »Zijn de uitnoodigingen geschied?" »Alle," antwoordde Joël, »zelfs die, welke ons het meest aan het hart ligt, namelijk de uwe." »En, is de bruidsjuffer gekozen?" »Ja, zeker!"

Niets weerhield dien jeugdigen zeeman, noch fjords, noch fjelds, noch ravijnen, noch rotskammen. Hij bleef nimmer bij zulke uitstapjes achter, of het moest zijn, om zijne nicht Hulda gezelschap te houden. Eene innige vriendschap was langzamerhand tusschen Ole Kamp en Hulda Hansen ontstaan.

De Viken was thans reeds een maand over haren tijd uitgebleven. Daar het toch, alles wel beschouwd, den betrekkelijk korten overtocht van New-Found-Land naar Noorwegen gold, kwam die vertraging iedereen, zelfs voor een zeilvaartuig, uiterst lang, ja te lang voor. Hulda leefde in den waren zin des woords niet meer. Dat laat zich trouwens wel denken.

»Dat Sint Olaf mij straffe!" ging Sylvius Hog onverstoorbaar voort, »als ik had kunnen denken, dat ik hier met een manke vlerk zou aankomen." En terwijl hij dit zeide, greep de goede man de hand der waardin en drukte die hartelijk. »Mijnheer Sylvius?" »Wat belieft u, lieve Hulda?" vroeg hij vriendelijk. »Verlangt gij dat mijn broeder een geneesheer te Bambel ga halen?" »Een geneesheer?"

Hulda at weinig, maar de reiziger deed zich te goed en vreesde volstrekt niet den berggids op zijde te streven. »Drommels," zei hij, »die inspanning heeft als het ware mijn maag uitgehold." »Nu, eet dan maar flink," zei de bewoner der hut. »Ik beken evenwel," ging de vreemdeling voort, »dat het meer dan onvoorzichtig was, toen ik den Maristiaan-pas over wilde."

Hulda ging de straatdeur der herberg sluiten, die op den weg van het Vestfjorddal uitkwam. Zij nam niet eens de voorzorg om den sleutel in het slot om te draaien. In dat gastvrije land van Noorwegen zijn die veiligheidsmaatregelen volmaakt overbodig.

»Maar," vroeg vrouw Hansen, om het gesprek eene andere wending te geven, »zal u het reizen niet al te onaangenaam zijn, Ole, wanneer gij eenmaal getrouwd zult wezen?" »Zeker zal het dat," antwoordde Ole Kamp, »en wel zoodanig, dat ik besloten heb niet meer te varen, nadat ons huwelijk gesloten zal zijn. Is dat geen goed besluit, Hulda?"

»Uit ons zelven en niet van boven. Gij koestert vrees, Hulda, en die vrees bevangt u ook gedurende uwen slaap. Zoo is het bovendien bijna altoos, wanneer men levendig naar iets of iemand verlangd heeft in dit ondermaansche en het oogenblik nadert, waarin onze verlangens voldaan zullen worden. Anders is het niet. Vat ge dat, zusjelief?" »Ja, Joël, ik begrijp u, maar toch..."

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, en ik vrees zelfs dat het zeer moeielijk zal gaan." »Zoudt gij gekwetst zijn, mijnheer?" »Hm!.... Gebroken heb ik niets, ook is niets uit het lid getrokken, of verzwikt; maar ik geloof toch, dat ik eene vreeselijke ontvelling aan het been heb." »Als het niet anders is," antwoordde Hulda lachende, »dan zal het wel losloopen."

»Als het slechte weder aanhoudt, vrees ik wel, dat de toeristen er van zullen afzien, om onze schoone provincie Telemarken te bezoeken. Denkt gij dat ook niet, Hulda?" »Wij zijn nog pas in April, Joël, dus nog ver van den zomer. Het weer kan dus wel ten goede keeren." »Ongetwijfeld, zusjelief; maar ik heb als het ware een voorgevoel, dat wij geen goed seizoen zullen hebben." »Niet? Waarom niet?"