United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Ja, lach maar," sprak Ole Kamp. »Gij zult het wel zien en ondervinden." »Inderdaad, ik verlang niet beter," antwoordde Joël, terwijl hij de hand zijns vriends greep en die innig drukte. »Is dit dus afgesproken, Hulda?" vroeg vrouw Hansen ernstig. »Ja, moeder," bracht het jonge meisje met zachte stem doch zonder schroom uit.

Over dat alles had hij bij het binnenkomen een soort van bruinen mantel gehad, van binnen met schaapsvel gevoerd; eene uitmuntende voorzorg, want de avonden en nachten konden zeer koud zijn op de hoogvlakten en in de dalen der Telemarksche streken. Wat den naam van den vreemdeling betrof, dien had Hulda niet gevraagd.

Was het niet mogelijk, dat....? Wel zeker, was dat mogelijk!... Het was zelfs waarschijnlijk!.... Zoo dacht een ieder. Het scheen wel dat die menigte een electrischen schok had gekregen. Hetzelfde woord drong zich op aller lippen. »Hulda!.... Hulda Hansen!..." riepen honderden, duizenden stemmen. Eigenlijk ontsnapte die naam aller lippen. »Hulda!.... Hulda Hansen!...."

Hulda was reeds op het punt aan Sandgoïst hetzelfde antwoord te geven, als op al de andere aanbiedingen van dien aard, hoewel het voorstel haar niet rechtstreeks gedaan was. Joël voorkwam haar evenwel. »Voordat ik mijnheer Sandgoïst antwoord," zeide hij, »moet ik hem vragen, of hij wel weet, wie dat besproken loterijbriefje toebehoort?" »Aan Hulda Hansen, naar ik meen."

Zij ontwaarde evenwel niets anders dan dien eenen naam, die daar met dikke letters gekrabbeld stond: »Sandgoïst, van Drammen." Noch betrekking, noch nationaliteit waren er bij vermeld, Hulda was er niet veel wijzer door. In den namiddag van den daarop volgenden dag zou Joël Hansen te Dal wederkeeren.

Hulda was reeds bezig, om aan haren kant af te dalen, waarbij zij de minst glibberige gedeelten van de rotsachtige nok trachtte op te sporen. Zij plaatste hare voeten in de spleten, alwaar zij een stevigen steun vinden. Zij was kalm en bedaard en bleef helder van hoofd.

Zoowel Joëls uiterlijk als dat van Hulda gaven te kennen, dat het tusschen moeder en kinderen tot eene verklaring gekomen was. Zou de familie Hansen weer een ongeluk getroffen hebben? Die gedachte alleen bedroefde en verontrustte Sylvius Hog reeds.

»Maar, gelooft gij aan die mogelijkheid, Mijnheer?" vroeg Hulda, die aandachtig geluisterd had. »Alles wat ik u zeg, lieve meid, is het resultaat van ernstige overdenkingen. Daarenboven is het ook mogelijk, dat de gegeven instructiën de Viken eene zekere vrijheid verleenden, om hare lading naar eenige andere havenplaats te vervoeren, overeenkomstig de eischen van vraag en aanbod."

»Nu, kan ik wat voor u doen?" vroeg de professor. »Broeder!...." zei Hulda, die de gedachte van Joël geraden had. »Nu, spreek dan, jongenlief, spreek dan," zei Sylvius ongeduldig. »Welnu, mijnheer Sylvius, gij zoudt ons eene zeer groote eer bewijzen en tevens een zeer groot genoegen kunnen doen." »Maar, hoe dan?" »Dat zou zijn...." »Wat dan?.... Wat dan?" vroeg Sylvius Hog ongeduldig.

»Wat ik daar zeg?.... Dat ik veel lust heb, om te Dal te blijven, totdat Ole Kamp teruggekeerd is. Ik ben benieuwd om dien aanstaande van mijne kleine Hulda te zien! Het moet een wakkere borst zijn zoo'n slag als Joël. Is het zoo niet?" »Ja, geheel en al!...." antwoordde Hulda. »Daar was ik overtuigd van," riep de professor uit, die in zijne nopjes scheen.