Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Daar zal het wel niet veel moeite kosten, om te vernemen wie en wat die man is, wat hij uitvoert, welke zaken hij drijft, wat men er van denkt...." »Niet veel goeds, voorzeker," viel Hulda hem in de rede. »Hij heeft terugstootende gelaatstrekken en zijn blik duidt op boosaardigheid. Het zou mij verwonderen als onder zulk een lomp uiterlijk eene edelmoedige ziel huisde."

Ik heb ellende over dit huis gebracht!.... Maar Hulda heeft ons allen gered!.... Ziedaar, wat zij gedaan heeft!.... Zoudt gij haar dat willen verwijten?.... Neen, neen, dat mag niet.... Ik zeg haar daarvoor dank!.... Heb dank, Hulda, heb dank!...." En de moeder wierp zich snikkende in de armen harer dochter, die haar in weerwil harer droefheid de handen met kinderlijke liefde kuste.

Weldra was er geen twijfel meer, het was het geratel van een karretje, dat snel, zeer snel naar den kant van Dal kwam aanrollen. Zou dat een reiziger zijn, die misschien den nacht in de herberg wilde doorbrengen? Dat was niet waarschijnlijk, want zeer zelden kwamen de toeristen in deze bergstreek zoo laat aan. Hulda was opgestaan en beefde over haar geheele lichaam.

Maar dat geloof rustte op zulk een zwakken grond, dat Hulda en Joël zich niet zouden laten overtuigen en professor Sylvius Hog was er voor teruggedeinsd hun er over te spreken, daar hij bovendien bevreesd was, dat op de voorspiegeling van mogelijke redding, een te bittere teleurstelling zou volgen, die het reeds geleden verdriet nog met nieuw zoude vermeerderen.

»Ongetwijfeld, moeder," antwoordde Hulda, »maar kan ik het helpen, dat ik bezorgd ben? Ja, het is mij bang om het hart, maar is dat te verwonderen? De vischwaters van New-Foundland zijn zoo ver van hier! Een geheele Oceaan scheidt ons en dat nog wel in het barre seizoen! Het zal weldra een jaar geleden zijn, dat mijn arme Ole vertrokken is!

Eene diepe stilte heerschte in de zaal en op de binnenpleinen van het Universiteitsgebouw, waar zeker eene uitbarsting van toejuichingen zoude gehoord zijn, als dat loterijbriefje zich steeds in het bezit van Hulda had bevonden. Wat ging er thans in het brein van het arme meisje om? En, wat in dat van haren broeder?

»Beweeg u niet, mijnheer!.... beweeg u niet...." zei Hulda verschrikt. »Gij zoudt aan het glijden gaan en gij zoudt mij met u medesleepen, en ik zou niet sterk genoeg zijn, om u tegen te houden! Wij moeten de komst van mijn broeder afwachten. Als die tusschen u en de Rjukanfos aangekomen zal zijn, dan zult gij kunnen pogen om op te staan." »Op te staan, lieve moedige meid!

»Ja," riep hij uit. »Zij is het vrienden!.... Ja, dat is de kleine Hulda, die ik van Dal hierheen gevoerd heb!" En zich omkeerende, ging hij voort. »En dat is Joël, haar kloeke broeder!" De toejuichingen namen schier geen einde. De professor maakte van een oogenblik van kalmte gebruik, om de menigte lachend toe te roepen: »Pas dan toch op, en drukt mijne beschermelingen niet dood!"

»Evenwel moet men van een zeilschip niet dezelfde nauwkeurigheid verwachten als, van een stoomvaartuig. Dat vat gij toch, Hulda?" »Dat heb ik haar al zoo dikwijls herhaald, en dat herhaal ik haar nog dagelijks," zei Joël.

Maar Joël had moeite om bedaard te blijven. Hij verborg zich evenwel met zijne zuster achter de boomen. Eenige oogenblikken later bereikten vrouw Hansen en Sandgoïst de deur der herberg. Hij trad het eerst den drempel over en achter vrouw Hansen viel de deur dicht. Beiden namen plaats in de groote zaal. Toen naderden Joël en Hulda het huis, waarin de knorrige stem van Sandgoïst vernomen werd.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek