United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Als ik hier wilde blijven," voegde hij er gewoonlijk bij, »totdat mijne schuld vereffend zoude zijn, dan, waarde vrienden, zou ik mijn cursus in de rechtswetenschappen voor geruimen tijd moeten afbreken, en dan zoudt gij vacantie voor onbepaalden tijd kunnen nemen." »Maar, beste mijnheer Sylvius," hernam die vroolijke troep, »zeg eens, houdt die mooie Hulda u ook in Dal terug?"

»Nu, ga voort," sprak Hulda gejaagd. »Waarom blijft gij steken? Ga voort!" ».... Dat Ole, uw bruidegom, u niet een klein beetje van zijn geheim zoude verteld hebben!" »En toch zweer ik u...." »Neen, zusjelief, zweer niet. Ziet, zoo iets is ongeloofelijk! Geheel onmogelijk!" »Maar, Joël, heeft Ole jegens u een woord van zijn geheim gerept?" vroeg Hulda. »Jegens mij?" »Ja, jegens u."

De gemeenschapsmiddelen zijn er verre van gemakkelijk en worden zeer onregelmatig onderhouden. Gij ziet, dat ik plannen beraam voor de toekomst, zonder nog te rekenen op...." Hier bleef hij steken. Hij aarzelde blijkbaar. Het was, alsof hij zich verpraat had. »Waarop?" vroeg Hulda nieuwsgierig. »Niets, niets," antwoordde hij ontwijkend. »Wij zullen daarover bij mijne terugkomst spreken.

In de verte werd een donderend geraas vernomen, dat was de rivier Krannä, die van een hoogte van ruim 250 meter neerstort en den Rjukanwaterval vormt, den schoonsten van geheel Noorwegen, ja van geheel Europa. Of dat fraaie tafereel de lieve maagd boeide, valt te betwijfelen. Hulda zat daar en keek; maar of zij ook zag?....

Hij heeft haar zelfs aanbevolen, om op den trekkingsdag bij het uitloten met dat briefje tegenwoordig te zijn; als namelijk een gelukkig toeval het haar in handen speelde. En.... thans bevindt zich dat loterijbriefje niet meer in het bezit van Hulda.... Hoe zal zij nu aan dien uitersten wil eens stervenden kunnen voldoen?"

»Hulda," prevelde hij. »Hulda haren bruidegom niet meer weerzien!.... Is dan toch zoo'n ongeluk mogelijk?.... Neen, neen, dat kan niet!.... Bij die gedachte komt alles in opstand in mijn gemoed!.... De Viken is gezonken, nu ja, het zij zoo! maar is dat dan een onwraakbaar en onomstootelijk bewijs van het verdrinken van Ole Kamp? Dat, dat weiger ik te gelooven!

»Maar,.... kon ik dat weigeren, mijnheer Sylvius?" vroeg het jonge meisje met diep bewogen stem. »Zeg kon ik dat?" De professor scheen na te denken, hij antwoordde althans niet terstond. »Geloof mij, mijnheer Sylvius, dat kon, dat mocht ik niet," ging Hulda voort. »Gij hebt gelijk!.... Neen, dat mocht gij niet!.... Dat begrijp ik maar al te goed!.... En toch!...." »Wat wilt gij zeggen?" »Niets!

En het mag niet vergeten worden, dat zonder de tusschenkomst van Joël Hansen en van zijne zuster Hulda de reiziger en zijne reis in de kolken van den Rjukanfos een jammerlijk einde zouden gevonden hebben. Wij hebben gezien, hoe hij uit zijn neteligen toestand gered werd.

»Neen, Joël strekt thans een reiziger tot gids naar het Tinnermeer, en...." »Welnu, en?" »En, daar hij zeer laat vertrokken is, geloof ik niet dat hij voor morgen te Dal terug zal kunnen zijn." »Neen, daarvan heeft hij mij niets gezegd.... Hij zal dus te Moel overnachten?" »Ongetwijfeld moet hij dat, moeder, tenzij hij...." »Tenzij. Nu, ga voort.... Waarom aarzelt gij, Hulda? Tenzij...."

En professor Sylvius Hog zelf bezweek bijna tegenover die twee rampzalige wezens onder de taak, die hij zich had opgelegd, om hen een weinig hoop te doen blijven voeden. Hulda en Joël verlieten ten laatste den drempel van het woonhuis niet meer, om naar den kant van Moel of van den Rjukanfos te kijken.