United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als dat zoo is, laat onze vriendschap dan een gril zijn, fluisterde hij, kleurende over zijn eigen vrijmoedigheid; toen stapte hij op de estrade en nam zijne poze aan. Lord Henry wierp zich in een groten rieten stoel. De op-en neêrstreek van het penseel over het doek was het eenige geluid, dat de stilte brak, tenzij Hallward een paar passen achteruit ging om zijn werk op een afstand te bezien.

Hij komt nu, als een bij de Oosterse hoven aangestelde »Wijze", tot grote eer en moet o. a. voor zijn heer en meester een keizerin kiezen. Dat gaat weer helemaal op zijn Oosters toe, als in het boek van Esther. Alle groten van het rijk krijgen bevel zich met hun jonge dochters naar de hoofdstad te begeven.

Mi dunct dat mi mijn herte sal breken Van groten rouwe, die mi gaet an. Robbrecht: Ay oem, hoghe gheboren man, Waer bi sidi aldus ontstelt? De kersten coninc: Van rouwen benic alsoe ghequelt, Ic duchte dat mi mijn herte sal scoeren: Myn scoene kint hebbic verloren, Esmoreyt den sone mijn! Ay, ic en mochte niet droever sijn!

Mijn herte van groten scaemde beeft, Dat ic al dus hebbe ghevaren. De jonghe joncfrou Damiet: O Esmoreit, laet u mesbaren! Dies biddic u, edel wigant. Al waest dat u mijn vader vant, Dan werd u nemmermeer verweten. Met groten vrouden onghemeten Selen wi leven, ic ende ghi.

Ic woude wel, dat mi ware ghespleten Ende ic des levens hadde ene ende, Want so waerweert ic mi bewende, Ic blive ewelijc vroudeloos. Die ic met goeder herten coos, Hebbic bi valschen rade verloren: Dies heeft mijn herte so groten toren, Dat mi scoren sal van rouwen. Ic hoopse in hemelrike te scouwen, Daer omme willic nu sterven blidelike.

Wel is waar dat voor een mens die niet ver in de toekomst ziet, acht Groten ineens betaald geen gewichtige som uitmaken: ook zijn het de acht Groten niet die mij tot weerstand doen overhellen; maar de voorrechten die ons ten borstweer tegen de heerszucht der Leliaards verstrekken zouden wij die laten verderven? Neen, dit ware een laffe, een zeer onvoorzichtige daad.

Hets recht, want hi eest wel weert: Hi es een ridder wide vermeert, Ende een vaelyant ridder van hogen moede, Wael gheboren ende rijc van goede, Ende gheradich ende vroet, Ooc es hi te wapene goet, Ende van groten doene bekint, Want hem mijn herte met trouwen mint Boven alle creaturen.

Tal van mannen en vrouwen, die tot den adel behoorden, lieten zich in den geestelijken stand opnemen. Een Westvlaamsch auteur der 14de eeuw gaat zelfs zóóver dat hij zegt: Van vier moneken sijn die drie Gheboren van groten maghen. In de geestelijke ridderorden waren beide elementen der toenmalige maatschappij vereenigd.