United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waar ben ik?" vroeg hij weer en wreef met zijn hand over zijn hoofd. "Hier," zei zus, "bij grootmoe in de bedstee." Hij bekeek de bedstee, maar scheen het toch niet goed te begrijpen. "Ik zal even naar het dorp gaan, om ze te waarschuwen," vroeg Teun. "Is er niet een fiets van een van de jongens." "Zeker," zei Trijn, "pak hem maar. Voorzichtig zeggen hoor, dat de boerin niet te veel schrikt.

"Ga je weg," zei Bart, "je blijft daar, hoor!" en hij duwde haar weg en holde de ladder af, weer naar de kamer terug. "Grootmoe, ga op mijn rug zitten, gauw, ik ben sterk. Kijk het water is al zoo hoog. U zal verdrinken, toe dan," smeekte hij. "Nee jongen, het is te zwaar, je zou omvallen en zelf omkomen, ga naar Elsje. God behoede je, mijn jongen." Ze zoende Bart op beide wangen.

"Een echte, levende bok?" "Ja, ja, een echte levende bok, en we hebben samen al in de sloot gelegen ook. Ik zat boven op zijn rug, en toen vloog hij van kwaadheid de sloot in. Vind u het niet heerlijk, Grootmoe?" "Dat je in de sloot gelegen hebt?" "Neen, dat ik een bok heb," lachte Jantje. Samen gingen ze den tuin in, naar Grootvader. Deze kwam hem vroolijk lachend tegemoet.

"Elsje is een braaf kind," hernam vader, en tilde haar hoog in de lucht, tot ze het uitschaterde van pleizier. Toen gingen ze eten. "Morgen moeten jelui weer samen voor grootmoe zorgen," zei moeder onder het opscheppen en vertelde aan vader, dat ze bij den burgemeester wat zou gaan helpen in de huishouding.

Vlug begaf hij zich naar de woning van zijne grootouders. Zijn Grootmoeder kwam hem al tegemoet, en féliciteerde hem met zijn verjaardag. En ze zei: "Ga maar gauw mee naar Grootvader in den tuin." "En o, Grootmoê," zei Jan, "ik heb zoo'n prachtigen bok gekregen van Vader en Moeder, toch zòò mooi, o zoo mooi!" Grootmoeder sloeg van verbazing de handen in elkaar. "Een bok?" riep zij opgetogen uit.

Grootmoe zou 't misschien niet eens vertellen. Ze kon nooit velen, dat vader erg knorde op hem. Zou hij het groot je vragen? Nee, dat toch maar niet; hij mocht niet van vader en moeder, dan zou grootmoe het ook niet willen. "Waar zat je toch?" vroeg moeder, toen hij de kamer weer binnen kwam. "Toe veeg jij even gauw de keuken aan en je zet om half vijf de aardappels op het stel.

"Grootje, we moeten naar den zolder," riep Bart, "zoo hoog komt het vast niet." Meteen trok hij zijn kousen uit en stroopte zijn broeken op. "Gauw Elsje op mijn rug." "Neen, neen, grootmoe nee!" kreet Elsje, maar nu zei grootmoeder streng. "Elsje moet met Bart mee gaan en zoet zijn."

Hij hoefde alleen de aardappels op te zetten; de kachel brandde. Een schepje kolen kon Elsje er wel op gooien. Hij keek eens naar grootmoe. 't Was toch naar, als je niet loopen kon. Hij wist nog, hoe grootmoe met de zware ben met visch liep en altijd in huis werkte. Toen hadden ze grootvader voor 'n paar jaar terug, dood thuis gebracht.

, ik word er bang van." Ze drukte haar hoofdje tegen grootmoe aan en gluurde onder de haren door angstig naar buiten. "Grootmoe, kijk u eens," riep Bart opeens. "Wat is dat daar tusschen het gras. Kijk, allemaal kletsnat van den regen, 't lijkt wel een sloot." "Ja," antwoordde grootmoe, "het regent ook zoo, 't lijkt wel groote schoonmaak daarboven. De grond kan het niet ineens verzwelgen."

Pa zat aan 't hoofdeind, over 't raam en had 'n servet met een zilveren servetring. Moe zat naast 'm met 'n roodfluweelen servetring. Naast moe zat Gerrit, daarnaast zat zij. Aan den anderen kant van pa zat Marie. Die most altijd het geslepen glas hebben, waarop "voor uw verjaardag" stond. Dat hadden zij en George d'r samen gegeven. Naast Marie zat George, naast George: grootmoe.