United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kom, zuster, ga met ons. Zeg thans, op wiens beklag hij werd gegijzeld. GERECHTSDIENAAR. Van Angelo, den goudsmid. Kent gij dien? ADRIANA. Ik ken hem wel. En hoeveel is hij schuldig? GERECHTSDIENAAR. Twee honderd stuks dukaten. ADRIANA. En waarvoor? GERECHTSDIENAAR. 't Is voor een ketting, aan uw man geleverd. ADRIANA. Hij heeft er een besteld, doch niet ontvangen.

Zie, daar verder op, nevens hen, die ik noemde, hebt gij nog drie zijdehandelaars: David Rutgers en Daniël De Neufville, en den ouden Abraham van Halmael, met zijne dochter Sara en haren man, Warner Van Lennep, van Emmerik, wien de booze wereld nageeft, alleen om hare hand te bekomen Mennist geworden te zijn en het bedrijf van goudsmid opgevat te hebben, tot groote ergernis van zijne familie.

De goudsmid begreep in ééns hoe het gegaan was, en in zijn hardvochtigheid en nijd sprak hij tot den vader: »Je kinderen staan met den Booze in verband; neem het goud niet, maar stuur ze weg; want hij heeft macht over hen, en zou ook jou kunnen verdervenDe vader vreesde den Booze, en hoe hard het hem ook viel, hij bracht de tweelingen buiten in het bosch en liet hen daar alléén; maar zijn hart was bedroefd.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Nu, die op u vertrouwt, is wel bediend! Ik zeide ginds uw komst toe en den ketting, Maar noch de keten, noch de goudsmid kwam. Dacht ge onze vriendschap al te hecht, wanneer zij Werd saamgeketend? kwaamt gij daarom niet?

Toen zij wederom waren opgestaan, greep ik mijn schepter, hield dien plechtig in de hoogte en riep: Dit beeld van den God heeft een mensch in vijf dagen vervaardigd uit het verachte bekken, in hetwelk gij spuwdet, en waarin men uwe voeten wiesch. Ik zelf was eens zulk een veracht vat; de godheid evenwel, die beter en sneller dan een goudsmid weet te scheppen, heeft mij tot uw koning gemaakt.

Als ik maar een uur met den goudsmid heb gesproken, sta ik u voor zijn toestemming in. Maar voor wij verder gaan, moeten wij eerst iets afspreken. Onderstel, dat u die honderdduizend ducaten krijgt, hoeveel geeft u er mij dan van?" "Twintig duizend," antwoordde ik. "De hemel zij geprezen!" riep hij. "Ik had gedacht, dat uw edelmoedigheid zich tot tien duizend zou bepalen.

Edel Achtbare! hij Flitz Edel Achtbare!.... Cassinootje, Rederijkerskamer! alles tot stand brengen,.... overal de eerste viool spelen!.... Mijnheer de burgemeester, hoe vaar je? Dankje!.... hi, hi, hi!.... In de eerste week naar Den Haag, bedanken, ook oom Piet, de goudsmid, die werkte. Meteen naar Wolkensteijn. Va voor de moeite bedanken, die ook al WERKTE... Terugkomen in B...., met va en moe.

Geef mij de gouden ketting, dan zal ik het nog eens zingen.« »Daar heb je de gouden kettingzei de goudsmid, »zing het nu nog eensToen kwam de vogel en nam de gouden ketting in de rechterpoot, en hij ging voor den goudsmid staan en toen zong hij: »Mijn moeder, die mij slacht, Mijn vader, die mij at, Mijn zusje Marleentje Zij zocht al mijn beentjes Legt ze in een zijden doek Onder den amandelboom, Kiewit, kiewit, wat een mooie vogel ben ik

Elke kamer, en vooral die, waar wij aan tafel gingen, was een schat. Welk een gezicht voor een schoonzoon. De schoonvader had vijf of zes kooplieden gevraagd, allen ernstige en vervelende personen. Zij spraken alleen over den handel en hun conversatie was meer een gesprek over zaken, dan een gezellig onderhoud van vrienden, die met elkaar soupeeren. Den volgenden avond ontving ik den goudsmid.

Maar het duurde heel wat langer, eer Hilda klaar was met het kiezen van een' armband. Wat een armbanden moest de goudsmid voor haar uitstallen! Wat een gezoek en gepas en gevraag. Daar midden in het drukke gesprek met den goudsmid wees de klok in den winkel elf uur aan. En op 't zelfde oogenblik, daar had je 't weer: "Tik, tik, tik, tik!" "Wat blieft u, Juffrouw?" vroeg de goudsmid.