United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gij weet mijn waarde wederhelft, kinderen en bloedverwanten, dat ik kerksch en hoewel niet stijl otterdoksch toch behoudend en godvreezend ben en niet velen kan dat een uwer of anderen spotten met God en zijn gebod en daarom keur ik het af, dat men aanleiding geeft om met die zaken gekheid of spotternij te drijven.

De gas-lantaarn, die ze juist voorbijgaan, beneemt ons allen twijfel; maar al hadden wij door die lichtstralen vrouw Geertje niet aan haar vaalrooden omslagdoek, en haar zoon aan zijn bruine jas herkend; de woorden: "Wél een vreemde nacht, moeder! mocht er voor de lieve Thilde en ook voor mij iets goeds uit voortkomen!" die woorden zouden ons terstond zekerheid hebben gegeven; terwijl het antwoord: "Frans! de mensch wikt, maar God beschikt, en in die beschikking moet de mensch met tevredenheid berusten!" ons toch de weduwe van Peter Willems zou hebben geteekend, braaf en Godvreezend, zooals we haar reeds van den aanvang af leerden kennen.

Twintig bleef twintig, zoodat de luitenant tot zijn leedwezen onverrichter zake weer vertrekken moest; toen hij in een der zijmuren een kleine opening ontdekte. Het belendend perceel was met dat van Hartog onder één dak gebouwd. Het behoorde aan een zekeren Malestijn, een Godvreezend man, die Hervormd gebleven was. De kamer naast het huis van Hartog werd bewoond door onzen bekenden Jan Verlinden.

Met de handen over 't gezangboek gevouwen en de oogen stijf op de nieuwe laarzen gericht, liepen ze zoo zachtmoedig en godvreezend naar de kerk, alsof 't voor hen maar een kleinigheid was den duivel en al zijn daden en heel zijn wezen te verzaken. Maar het was maar goed, dat al hun goed op den groei gemaakt was, want al den volgenden dag waren 't heel andere kerels.

UEd. zal het misschien onbeleefd vinden, dat ik u de eerste reis, dat UEd. ons met een bezoek vereert, zoo onbewimpeld de waarheid zeg; maar ik moet u ronduit verklaren, naar het weinigje, dat ik van u gezien heb, oordeelende, dat het van u afhangt, een voortreffelijk mensch, en wat meer zegt, een godvreezend Christen te worden."

Paul Kruger is een groot, scherpzinnig en godvreezend man, doch als in het hart van zoo'n uitnemend man nog zooveel nationale eigengerechtigheid schuilt, hoe moet dan, de goeden niet te na gesproken, de rest er uitzien!" Lena had haar man nog nooit in zoo'n geest hooren spreken, en met smartelijke verwondering staarde zij hem aan.

De arme jongen was zeer eenvoudig en godvreezend; ook toen hij het ei had gezien en zelf zijn vonnis er op had gelezen, waren de tranen hem uit de oogen gesprongen en hij was met gebroken hart heengegaan, evenals Lisa ten volle overtuigd, dat hun niets overbleef dan zich aan hun bitter noodlot te onderwerpen. Slechts de nacht bracht een einde aan den toeloop der lieden.

Nu is het hoofddenkbeeld van D.C. ter aanvulling van het geheel: dat het kind waarvan Elpine zwanger is bij den aanvang van dezen Epos, een der voornaamste rollen daarin vervullen moet; dat Elpine zelve, in het ontwerp des dichters, bestemd was te sterven bij het ter wereld brengen van dat kind; dat het zou worden opgevoed door Segol, haar halven broeder van moederszijde, en door Zilfa zijn echtgenoot; terwijl dit deugdzaam en godvreezend paar, na de volslagen nederlaag en bijna geheele uitroeiing der Reuzen, onder eene voorspoedige regeering, vrede en godsvrucht over de geheele Aarde, wier troon het beklom, zou doen bloeien: dat dit kind evenwel, tot jongeling opgegroeid, door zijn wraakzuchtigen vader tot de snoodste ondeugd en tot ondankbaarheid jegens zijn pleegouders zou worden opgeleid, om Segol van den troon te stooten en het gansche menschdom, met het inmiddels weder aangegroeide geslacht der Reuzen, in een algemeenen afval van God te wikkelen en tot den lang beraamden aanval op Eden te vereenigen; bij welks verdediging Segol, doodelijk gewond, met zijne echtgenoot, in den inmiddels ter stuiting van den hemeltergenden aanval uitgebroken zondvloed, om zou komen.

Dan moest het liever een jongen wezen; zij zou hem met Simon opvoeden tot een godvreezend en flink man; zij zouden hem steeds voorhouden wat Glaukos in de Ilias zegt, dat zijn vader hèm bij zijn vertrek naar Troje heeft ingescherpt: Altijd de eerste te zijn, uitstekende boven de andren.

Hij was een arm, maar een braaf en godvreezend man. Met even groote ernst als vaderlijke goedheid boezemde hij mij waarachtige vroomheid en heiligen eerbied voor den Allerhoogste in. "Dit is de grondslag van alle deugd," zeide hij vaak; "zonder vroomheid en godvreezendheid is er geen wezenlijk geluk!"