Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Hij droomt van een tijd dat de nachtegalen vrijheid zullen hebben om naar hartelust hier beneden hunne blijde kreten te slaken: doch noemt gij het vreugde, met eene bierkroes in de hand en met den arm om het midden van eene dikke boerenmeid, in de gelagkamer van een dorpsherberg de horlepijp te dansen?
Hij lag op de bank in de gelagkamer, en hield gericht over zichzelf: "Gösta Berling, afgezette predikant, beschuldigd het eigendom van een hongerig kind verdronken te hebben, wordt ter dood veroordeeld. Tot welken dood? Tot den dood in de sneeuw." Hij greep zijn muts en wankelde naar buiten. Hij was nog niet geheel wakker en ook niet geheel nuchter.
In dat afgelegen oord woonde ik de eenvoudige oplossing bij van een zeer ingewikkeld vraagstuk; na het eten, onder het rooken eener sigaar nog wat vertoevende, zag ik eerst eenige militairen en douanenbeambten de gelagkamer binnentreden, kort daarop door een geestelijke gevolgd.
"Wel verduiveld," bromde Sawbridge met al de verontwaardiging van een eersten luitenant, die bemerkt dat hij gedurende drie weken door een adelborst is misleid. "Waar is hij; in de gelagkamer?" "O neen, meneer," antwoordde de bediende, "meneer Rustig heeft de voorkamers der eerste verdieping betrokken." "Nu, wijs me die dan maar."
Het logies was zeer eenvoudig maar toch voldoende; in de gelagkamer trof ik eenige duitsche toeristen, met wie ik een gezelligen avond doorbracht, waarbij het voortdurend misverstand over de namen der gerechten aan 't avondeten dikwijls aanleiding tot groote vroolijkheid gaf.
De kastelein had ook een winkel van ellegoederen en kruidenierswaren; na kerk stroomden de menschen er heen, mannen, vrouwen en kinderen allen in 't zwart. De vrouwen eerst in den winkel, later ook in de gelagkamer, waar de heeren dadelijk plaats namen.
Jufvrouw Bella! jufvrouw Bella!" riep hij haar achterna. Zij was de gelagkamer weder binnengewipt en stond hem te woord over de onderdeur. "Mijnheer Jakob, gij zijt een mooiprater. Is dat nu taal voor een gewoon mensch?" "Zoo praat men op het tooneel, jufvrouw Bella, en zoo behoort het. Wilt gij mij de eer doen voor morgen-avond een vrijkaartje van mij aan te nemen?
Hij werd den volgenden morgen zelfs veel later wakker dan gewoonlijk, en Jan Slob liet hem rustig liggen. 't Was al bijna acht uur, eer hij ontwaakte, maar toen voelde hij zich ook verkwikt en versterkt. Hij stond op en begaf zich naar beneden. Slob en zijne vrouw bevonden zich in de gelagkamer, en zij reikten Marten hartelijk de hand.
Vreemd! zij gaf haar geen klap en schold haar niet. "Cosette, kom dadelijk," zei zij schier vriendelijk. Een oogenblik later trad Cosette de gelagkamer binnen. De vreemde nam het pakje, dat hij had medegebracht, en ontknoopte het. Het bevatte een wollen jurkje, een schortje, een onderrok, een halsdoek, wollen kousen, schoenen, kortom de volledige kleeding voor een zevenjarig meisje.
Zoo kwamen zij vroolijk de gelagkamer weer binnen en ook de waardin had uitbundig veel pret in den vermakelijken optocht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek