Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Frits, die niet op zoo gunstige bijomstandigheden had durven rekenen, wipte vlug de cabriolet uit, dicht in zijn mantel gedoken en de reismuts diep over de oogen getrokken, en ijlde als een opgestooten haas het logement in, de gelagkamer binnen met de gerustheid van niet door den kastelein herkend te worden, daar de Zon telkens van bewoners wisselde, waaronder zelden stadgenooten, die maar al te goed wisten dat er bij die zaak lichter geld te verliezen dan te winnen viel.
Na een kwartiertje schijnt ze honger te krijgen. Ze begint haar popje te voeren. Telkens loopt ze naar het einde van de gelagkamer, waar ze om een hoekje het gezelschap kan zien zitten. Nu ga ik naar haar toe. "Zoo, je kijkt weer vroolijk! Nu gaan we een boterham eten en gezellig samen spelen."
En terwijl in de gelagkamer onze koetsier zijn fleschje tzuica drinkt, of pruimelikeur, die uit zeer kleine fleschjes geschonken wordt, in één teug te ledigen, brengt de waard ons naar de achterkamer, de eerezaal. Wij zien er als voornaamste meubel een divan, die als bed kan dienen en in den vloer is vastgeschroefd.
Dat verblijf in die gelagkamer was wel interessant maar niet amusant; te meer indruk maakte de nette eenvoudige kamer, waar een vrij talrijk gezelschap heeren en dames de komst wachtte van den laatsten gast. Het was een goed en allergezelligst maal; de gasten waren eenvoudige menschen en gaven zich geheel zooals zij waren.
Wij traden, door den pater vóórgegaan, in een als gelagkamer ingericht vertrek, kraakhelder, en behaaglijk opgesmukt met eene keur van snuisterijen. Voorwerpen uit de drie rijken der natuur groepeerden zich tegen de wanden rondom de zeer welvarend uitziende portretten van ettelijke martelaren en evangelisten.
Gaat naar huis, er is hier niets bijzonders voor u te zien." Maar het volk geloofde hem niet, en lachte hem uit. Sommigen van hen traden de gelagkamer binnen en eischten bier, doch inderdaad was het hun slechts te doen, om de vreemde menschen te zien. De Czaar was hevig verbolgen, en liet zich door den kastelein een vrije kamer geven.
Eenige schreden verder bereikten onze reizigers eene woonstede, die, naar het uiterlijke te oordeelen, een herberg was. «Ik heb dorst», sprak de landman, «willen wij hier binnentreden en den beker ledigen op uwe voorspoedige reis?» Marcus bewilligde en, nauwelijks hadden onze mannen in de gelagkamer plaats genomen, of eenige Romeinsche soldaten traden binnen.
Dat verblijf in die gelagkamer was wel interessant maar niet amusant; te meer indruk maakte de nette eenvoudige kamer, waar een vrij talrijk gezelschap heeren en dames de komst wachtte van den laatsten gast. Het was een goed en allergezelligst maal; de gasten waren eenvoudige menschen en gaven zich geheel zooals zij waren.
Toen de waard dus op zijn herhaaldelijk geklop slechts een kreunend antwoord kreeg, deed hij eindelijk de deur open..... Maar hij gaf een schreeuw van ontzetting, toen hij daar plotseling het nog altoos glorend vlammenschrift in het oog kreeg. »Tooverij!" riep de man ontsteld en holde als dol naar de gelagkamer. »O, die schelmen! Ze hebben ons huis betooverd!" riep hij zijn vrouw toe.
Als de waard vertrokken is, trekt hij, in afwachting van zijn maaltijd, figuren met zijn voet in het witte zand, waarmee de vloer is bestrooid en leest onder andere aanplakbiljetten aan de muren van de gelagkamer, de aankondiging van het groote drinkgelag tusschen Frans de Vriendt, bijgenaamd Floris, en de zes grootste drinkebroers van Brussel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek