Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Nadat er hartelijk gelachen was, wenschten onze vrienden den officier goedennacht en begaven zich naar hun logement. Nu hadden de officieren, die van de Harpij aan wal waren gegaan, allen hun intrek genomen in hetzelfde logement en daar er ook nog andere gasten waren, was de waard niet in staat ieder zijner logeées een afzonderlijke kamer te geven.
Het beeld, dat de getuigen in het canonizatieproces van dezen vroeggestorven prinselijken asceet geven, heeft iets jammerlijks. Pieter van Luxemburg is een uit zijn kracht gegroeide, teringachtige jongen, die als kind reeds niet anders kent dan den ernst van een angstvallig streng geloof. Hij berispt zijn broertje, als deze lacht, want men leest wel, dat onze Heer geweend heeft, maar niet, dat hij ooit gelachen heeft. "Douls, courtois et debonnaire noemt Froissart hem vierge de son corps, moult large aumosnier. Le plus du jour et de la nuit il estoit en oroisons. En toute sa vye il n'y ot fors humilité." In den beginne tracht zijn adellijke omgeving hem van zijn plannen van wereldverzaking af te brengen. Wanneer hij ervan spreekt, om te gaan zwerven en prediken, krijgt hij ten antwoord: je bent veel te lang; iedereen zou je terstond herkennen. En je zoudt niet tegen de kou kunnen. En preeken voor den kruistocht, hoe zou je dat kunnen? Een oogenblik is het, alsof wij even den ondergrond van dien kleinen starren geest zien. "Je vois bien zegt Pieter qu'on me veut faire venir de bonne voye
By den ... Paus, m'nheer? Was 't niet jammer dat er niet mocht gelachen worden op 't kantoor van m'nheer Kopperlith? Wat Wouter aangaat, hy was ditmaal inderdaad iets minder onnoozel dan-i scheen. Dat wereldsche hoogheid hem altyd door 't hoofd speelde, was waar. En dat hy, eens zich verplaatsende naar Rome, aan weinig anders dan pausen en roovers dacht, is ook waar.
Eenige fustanella's stappen in en uit; menschen, die niets te doen hebben leunen tegen de hekken met halfnaakte, koperkleurige straatjongens; er wordt gelachen, gepraat, en we staan soms zoo lang stil, dat ik den tijd heb, prachtige margarieten te plukken, waarvan de heerlijke frischheid ons een poosje verkwikt.
Geen van zijn liefste begeerten zou ooit waarlijk gebeuren, van al zijn droomen zou er geen ooit tastbaar geluk zijn, maar hij had er altijd zachtjes om gelachen en zich verwonderd wanneer hij van ongeluk hoorde.
"Ik denk, dat de prinses hem na een poos een bloem gaf en het hek opendeed," zei Laurie, terwijl hij spottend glimlachte, en zijn gouverneur met een paar eikels gooide. "Wat een prachtige verzameling nonsens hebben we samen geflansd. Met oefening zouden we het nog ver kunnen brengen. Kennen jullie "Waarheid"," vroeg Sallie, nadat zij over het verhaal gelachen hadden.
Zij lachte, zij smeekte lachend, dat hij het niet doen zoû. Toen zweeg ze, boos op zichzelve, dat ze gelachen had; een last van weemoed bezwaarde haar om haren scherts en gelach. Ze gevoelde iets, als was ze d
En ze had zich ook niet voor kunnen stellen, dat hij ooit erg intiem met zoo iemand kon zijn geweest; misschien 's tegen 'r gelachen, dat was al erg genoeg, z'n mooie lach; misschien 's een endje met haar opgeloopen, maar hoe kon hij, de ontwikkelde, beschaafde, over-verfijnde, voor wien zij zich vaak te grof en te onwetend had gevoeld, wezenlijk behagen vinden in 'n burgerlijk, onbeschaafd schepsel, zoo een, die Leidsch dialect sprak, met 't leelijke zangetje, en niets had gelezen; die bovendien niet wezenlijk van 'm houden kon.
Zijn vrouw merkte zijn plotselinge vroolijkheid op, gaf haar merrie de sporen en toen zij haar echtgenoot had bereikt, vroeg zij hem, waarom hij had gelachen. Hij antwoordde: "Er was geen bepaalde reden voor; ik lachte maar zoo " Maar de vrouw was niet tevreden met dit antwoord, en liet haar man niet met rust.
Ik weet niet of gij zoudt gelachen hebben, indien gij Willem opnieuw met het altijd vreesachtige knaapje hadt zien tobben en sollen; wanneer ge gezien hadt, hoe hij hem tilde van 't bed, hem dwong de voeten te steken in een paar wollen kousen, die nog veel langer dan zijn geheele beentjes waren; hoe hij de dunne armpjes door de mouwen van de oude overjas trok, en die mouwen, ter vrijmaking van de handjes, meer dan ter halverwege opsloeg; toen hij het arme zoo wonderlijk toegetakelde manneke in zijn zit- en studeerkamer op de canapé deed plaats nemen; hem overlaadde met dik geboterde broodjes en krentenbollen, en verder onthaalde op een enormen kop zeer dikke en geurige waterchocola.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek