Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
De tijdgenooten beschouwen de toenemende oneerbiedigheid jegens de kerk als een achteruitgang der zeden van den jongsten tijd. "On souloit estre ou temps passé En l'église benignement A genoux en humilité Delez l'autel moult closement, Tout nu le chief piteusement, Maiz au jour d'uy, si come beste, On vient
De koning, armzalig gekleed, liet zich dragen in een mestbak, "telle sans aultre difference que les civieres en quoy l'on porte les fiens et les ordures communement". Daar achteraan volgde een keurige hofstoet. "Et ouys racompter et dire, zegt La Marche vol bewondering, que en toutes les villes où il venoit, il faisoit semblables entrees par humilité."
Het beeld, dat de getuigen in het canonizatieproces van dezen vroeggestorven prinselijken asceet geven, heeft iets jammerlijks. Pieter van Luxemburg is een uit zijn kracht gegroeide, teringachtige jongen, die als kind reeds niet anders kent dan den ernst van een angstvallig streng geloof. Hij berispt zijn broertje, als deze lacht, want men leest wel, dat onze Heer geweend heeft, maar niet, dat hij ooit gelachen heeft. "Douls, courtois et debonnaire noemt Froissart hem vierge de son corps, moult large aumosnier. Le plus du jour et de la nuit il estoit en oroisons. En toute sa vye il n'y ot fors humilité." In den beginne tracht zijn adellijke omgeving hem van zijn plannen van wereldverzaking af te brengen. Wanneer hij ervan spreekt, om te gaan zwerven en prediken, krijgt hij ten antwoord: je bent veel te lang; iedereen zou je terstond herkennen. En je zoudt niet tegen de kou kunnen. En preeken voor den kruistocht, hoe zou je dat kunnen? Een oogenblik is het, alsof wij even den ondergrond van dien kleinen starren geest zien. "Je vois bien zegt Pieter qu'on me veut faire venir de bonne voye
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek