Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Het Fransche gedicht wordt door Kittredge geacht omstreeks 1250 tot stand te zijn gekomen. De schrijver toont vervolgens aan, in welke opzichten de Engelsche dichter van zijne bron is afgeweken.
Behalve in Thomas Malory's werk vinden wij in de Middel-Engelsche literatuur nog eene tweede vertolking van de Sage van Lanceloet en Elaine, daar deze ook het gegeven vormt van een Middel-Engelsch gedicht uit het einde der 14e eeuw.
Rosei, ten hoogste verbaasd door wat hij had gezien en gehoord, nam plaats in den palankijn, die bezaaid was met edelgesteenten van schitterenden glans, en werd naar een prachtig land gevoerd, dat het best in het volgende gedicht is beschreven: Want nog nooit in die oude Keizerlijke zalen, Zich badend in den glans, dien 't maanlicht uit deed stralen, Of waar de draak zich heft op wolken in den Hooge, Was er zoo groote wellust voor de oogen!
Mijn vraag is nu deze: Zoudt ge nog naar ieder wind en elke verre kust kunnen schouwen, en zou ook aller streken rust in u bezonken blijven, indien ge onder de bet-wetende, verbitterde en behoeftige menschen dagelijks moest strijden en werken? Levende steden: I. Londen. Een dramatisch gedicht II. Dusseldorp of de Ontmoetingen van Petrus Cordatus. Een satirisch-dramatisch gedicht III. Amsterdam.
Alleen de allerlaatste brieven geef ik bijna in hun geheel, daar zij als 't ware een afscheidsgroet zijn aan het leven. Uit de niet afgedrukte brieven zijn enkele korte gedachten bijeengebracht, die op de brieven volgen, alsmede een gedicht door de schrijfster in een tijdschrift geplaatst. Nog enkele mededeelingen over het boekdeeltje zelf.
Ik hoor: ik ben een blad: doorsidder gij 't. Vorsten van zonne' en sterren! Goôn, Demonen, Hemelsche Machten, die bezitters zijt Van zaalge windlooze Elyseesche wonen, Voorbij des Hemels sterrige eenzaamheid! Ons Rijk hoort toe; zeegnend in zaligheid. Gelukge Doôn, die 't stralendste gedicht Enkel bewolkt, nooit beeldt in schilderij, Hetzij uw wezen in die wereld ligt Die gij eens zaagt en leedt
Alle Woensdagen namelijk leverden de leerlingen die 't minst ondeugend waren geweest, en daarom waard gekeurd werden meetedingen naar den lauwer der eer, een gedicht op 'n onderwerp dat de meester had opgegeven.
In een vroeger door ons genoemd allegorisch gedicht zien wij vier personages, die elk een der temperamenten voorstellen, bezig met een lied waarvan zij den zin niet kunnen vatten. Nu spreken zij af: Dat si souden al ghemeen Studeren, peinsen, nacht ende dach, Bezien wiet eerst ghevinden mach .
Bekoorlijk meisje, levend gedicht van jeugd met uw helderen lach en vroolijk lied! Medelijdend hart, dat onder het even-geopende boezemlijfje voor iedereen klopt! mademoiselle Musette, zuster van Bernerette en Mimi Pinson!
Van den Lande van Oversee moet gedicht zijn na den val van ST. JEAN D'ACRE en in der Kerken Claghe hooren wij den dichter zeggen: Wat sagh ic in den spieghel claer? Mijn oude leven, mijn graeuwe haer, Hoe sterven es met mi gheboren! Tusschen deze twee gedichten bestaat eene vrij nauwe verwantschap.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek