Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Wat soude peinsen dat reine wijf, Dat ic die dorperheit begonste, Ende ic haer draghe soe vriendelijcke onste, Dat soude mi daer mijn herte deren. Lanseloet, dits mijn begheren, Seldise hebben in uwer ghewelt, Dat ghi mi dit gheloven selt, Ende volbringhen als goet man. Vrouwe moeder, doetse mi comen dan: Ic sal doen, dat ghi begheert, Al eest dat mire herten deert.
Ik heb er slechts de volgende rijmen van kunnen onthouden: Wij willen de Kerels doen greinsen, Al dravende over het velt; Het 's al kwaad dat si peinsen, Ic weetse wel bestelt, Men sal se slepen en hangen, Haar baart is al te lanc; Sine connens niet ontgangen; Sine dogen niet sonder bedwanc." Een storm van verontwaardigingskreten borst los.
In een vroeger door ons genoemd allegorisch gedicht zien wij vier personages, die elk een der temperamenten voorstellen, bezig met een lied waarvan zij den zin niet kunnen vatten. Nu spreken zij af: Dat si souden al ghemeen Studeren, peinsen, nacht ende dach, Bezien wiet eerst ghevinden mach .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek