Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"Mijnheer," zei Flipsen, "wij hebben de opdracht Frans Thor en Klaas Zwart meê te nemen." 't Was doodstil in de klasse. Frans en Klaas werden doodsbleek, en niet zij alleen, neen, verscheidene jongens en meisjes voelden zich eene rilling door de leden gaan, en menig meisjesoog vulde zich met tranen. "Zoo," zei de onderwijzer zacht, en zijn toon klonk droevig.

"Laten we ons in elk geval uit de voeten maken." Zacht namen zij den terugtocht aan, maar toen zij langs den regenbak kwamen, sprong plotseling Flipsen uit zijn schuilhoek te voorschijn. "Wacht, deugnieten, nu heb ik...." Pof, daar viel hij, zoo lang als hij was, voorover op den grond. Zijn voet was in den ketting van het akertje verward geraakt. "Au!" riep hij. "Verwenschte jongens!"

"Ja, geef maar hier." Dik haalde den sleutel uit het slot, en wond er een dun touwtje om, dat hij stevig vastknoopte. "Hier heb-je hem, Flipsen. Eer je het touwtje er af hebt, ben ik thuis." "Je behoeft me anders niet te wantrouwen, Dik, want eene belofte breek ik nooit. Maar zoo is het ook goed." Dik gaf den sleutel en ging naar huis.

Spoedig hadden zij de deur der zoogenaamde gevangenis bereikt. Flipsen opende haar, en duwde zijn gevangene naar binnen. Flap, de deur sloeg dicht, en Dik was alleen. Het was daarbinnen pikdonker. Dik kon geen hand voor oogen zien. Hij bleef eerst een oogenblik bij de deur staan, en deed toen een paar stappen vooruit.

"Daar is Flipsen," zei Klaas Zwart. Hij voelde zich nooit bizonder op zijn gemak, als hij den politiedienaar zag. Geen wonder trouwens, want hij en zijn makker hadden al menig diefstalletje op hun geweten. "Ja, dat zie ik," zei Frans. "'t Hindert niet; laat hem komen."

Zwijgend volgden zij Flipsen, die een sleutelring uit zijn zak haalde en een sleutel uitzocht. "Mooi zoo. Nu dit trapje af. Goed zoo." Hij stak den sleutel in het slot en draaide hem om. De deur ging open. "Maar Flipsen," zei Frans met schrik. "Wat gaat u doen? Dat is een cel!" "Ha ha!" lachte Flipsen, terwijl hij Frans bij den schouder pakte en hem naar binnen duwde. "D

"Wij behoeven niet te wachten," zei Frans. "Als ik zeg, dat je wachten moet, dan doe je dat!" zei Flipsen. Hij brak den brief open en las hem vlug door. "Ha zoo," zei hij, "zoo! Dat is goed. Gaat maar even meê, jongens, hier, de gang door." Frans en Klaas keken elkander vragend aan, maar durfden niet weigeren.

Maar weet je, wat je doen moet? Zeg maar ronduit tegen den burgemeester, dat die jongens het je zóó lastig gemaakt hebben, dat je onmogelijk hebt kunnen werken." "Wel, nu nog mooier!" riep Flipsen schamper lachende uit. "Zoo onnoozel heb ik het nog nooit gehoord!

Of weet jij iemand te noemen, die iets op Kroeze te zeggen heeft?" "Neen," zei Flipsen. "Maar er wordt tegenwoordig gestolen op 't dorp, en 't is meer dan tijd, dat wij den dief vinden."

Jan besloot nog een poosje te wachten, want hij zag zeer goed, dat Flipsen om de een of andere reden uit zijn humeur was, en dat het maar het veiligst was hem uit den weg te blijven. Hij nam plaats op het voorbankje en was van plan zoo lang te wachten, tot Flipsen weg was. Dat duurde geruimen tijd, want het was eene lange kluft, en Flipsen kuierde op zijn gemak naar het dorp.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek