Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
"Je moet beter mikken, mannetje!" riep Willem Kroeze, de zoon van den slager. "Op deze manier!" En hij wierp den Duitschen bevelhebber heel netjes zijne pet van het hoofd, tot groot vermaak van de andere Hollanders. Maar toen kwam er een regen van kogels op het kasteel af. De Hollanders moesten zich zelfs achter de kanteelen verbergen, want de Duitschers ontzagen hen niet.
Nu er zoo'n strenge keuring is op het vleesch, worden doode beesten altijd 's nachts de stad ingevoerd. Vroeger gebeurde dat overdag. Zie je, dat is het eenige verschil..." Kroeze was een derderangs-slager. Hij kocht bij de boeren de doode beesten op, die andere slagers niet hebben wilden, en wist daarmede het brood te verdienen voor zich en zijn gezin.
Hun ijver verflauwde, het bombardement werd minder hevig, en eindelijk trokken zij af om opnieuw krijgsraad te beleggen. Wat de Hollanders juichten! Zij zwaaiden met hunne mutsen, en riepen: "Hoezee! Leve de Koningin! Hoezee!" Zij waren echter wel blij, dat zij nu ook een poosje rust kregen, want de strijd was hevig geweest, en zij waren erg vermoeid. "Ik kan haast niet meer," zei Willem Kroeze.
Waarschijnlik vertoonen de geslachtsnamen Kroese en Kroeze slechts eenen anderen form van dezen zelfden naam. Intusschen kan aan laatstgenoemde namen ook een ander woord ten grondslag liggen. Te weten: kroes, krullend; zie § 126.
Of weet jij iemand te noemen, die iets op Kroeze te zeggen heeft?" "Neen," zei Flipsen. "Maar er wordt tegenwoordig gestolen op 't dorp, en 't is meer dan tijd, dat wij den dief vinden."
Half vrijbuiter, zooals de toenmalige soldaat was, kon hij zich nu buiten dienst moeielijk rustig houden; even dapper als hij dronk, schonk hij van het krasse bier aan zijne kameraads, waarvan de een, een klein gezet kereltje, met een burgerlijk rood gezicht, en de dichte kroeze door eene muts met eene haneveer gedekt, reeds vrij opgewonden was.
Maar Jan en zijne soldaten wierpen zooveel sneeuw tegen zijn hoofd en schouders, dat hij zijn evenwicht verloor en tegen den toren viel. Deze was echter al zoo bouwvallig, dat hij den schok niet meer kon weerstaan en instortte. De vlag der Hollanders verdween van hare hooge standplaats. "De toren stort in!" riep Willem Kroeze. "De vlag duikt!" schreeuwden de Duitschers. "Hoera! Hoera!"
En de kroegbazen kregen er ook rijkelijk hun deel van, want Kroeze maakte veel misbruik van sterken drank. Hij was dikwijls dronken. Flipsen was den wagen genaderd en bekeek den inhoud. "Denk je soms, dat ik een dief ben?" vroeg Kroeze een beetje beleedigd. "Ik verdien op eerlijke manier mijn brood, man, en ik heb mijn vingers nog nooit uitgestoken naar een andermans goed.
Het vel, dat aan de bovenzijde van den hals, op de schouders, aan den bovenarm en het bovenbeen een buitengewone dikte heeft, is met korte, dicht bijeen geplaatste haren bedekt, die zich aan de onderzijde van den hals en op de borst een weinig verlengen, tusschen de hoornen een kroeze kuif vormen.
"Dat vrees ik ook," zei Flipsen. "Je kunt wel verder gaan, Kroeze, ik heb er het mijne van gezien. Goeden avond." "Ook goeden avond," zei Kroeze. Hij duwde de kar voort, en riep: "Allo, honden, kssssss, kssssss! Vooruit zeg 'k! Allo!" Hij sloeg met zijn stok tegen den wagen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek