United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


Karel van Dril moest eene boodschap voor zijn vader doen, en daarom besloot Jan maar alleen met zijn auto te gaan rijden. Eerst tufte hij een paar malen het dorp door, en ging toen naar het fort even voorbij het kerkhof, dat aan het einde van 't dorp lag. Daar werd een fort aangelegd waarlangs een hooge kluft liep. Jantje besloot van die kluft af te tuffen.

't Is zijn auto, dat weet ik zeker. De jongen zal toch geen ongeluk gekregen hebben..." Dik werd ernstiger, en hij wierp een blik langs de kluft om te zien, of Jan zich daar bevond. Opeens hoorde hij echter diens welbekende stem. "Pssst, Vader, is hij weg?" werd hem half fluisterend toegeroepen. 't Geluid kwam uit de auto.

"De jacht op den Helmkwartel is moeielijker dan die op den Boomkwartel. Wel is waar vliegt de eerstgenoemde niet plotseling op en beweegt zich ook niet sneller dan zijn verwant: wanneer echter een kluft opgejaagd is en één of twee van hare leden geschoten zijn, zal men bezwaarlijk voor de derde maal met goeden uitslag kunnen vuren.

Als 't dof gebrom van verre donderslagen, Op vleugels van den storm de dalen rondgedragen, En met den hollen galm van kluft en rotsspelonk Al romm'lend voortgerold in dreunend berggeronk, Verhief zich 't woest gejuich der Duivlen naar den hoogen; Klonk door, tot voor den throon van 't Eeuwig Alvermogen, En bonsde op 't wolkgordijn dat voor den zetel strekt, En 't vlekloos Wezen voor der Englen oog bedekt; Ja 't stoort één oogenblik de Choren onder 't zingen.

Zoodra de kinderen in staat zijn om te vliegen, komt ook de vader weer bij zijn gezin terug; alle te zamen vormen nu een "kluft" en blijven tot aan den herfst trouw vereenigd. Het Hazelhoen wordt in Duitschland, ondanks de bescherming die het geniet, ongelukkig van jaar tot jaar zeldzamer.

"Ik rijd alleen maar met mijn auto van de hoogte af, omdat het zoo lekker gaat." "Ja, ja," zei Flipsen, "jij hebt je woordjes wel klaar, maar ik vertrouw je niet verder, dan ik je zie. Pas op, manneke, ik waarschuw je, dat je geen verkeerde dingen doet, want ik heb je al lang in de gaten." Flipsen vervolgde zijn tocht langs de kluft naar beneden.

De stem van den haan verschilt vrij aanmerkelijk van die van de hen en biedt vooral bij deze nog al eenige verscheidenheid aan. Als de jongen, hoewel nog tot een kluft vereenigd, geslachtsrijp geworden zijn, roepen zij "tieh" of "tiehtie"; later voegen zij nog een derden klank aan hun loktoon toe, zoodat deze dan als "tiehtieh-tiehtie" of als "tieh tieh-tiete" klinkt.

Jan besloot nog een poosje te wachten, want hij zag zeer goed, dat Flipsen om de een of andere reden uit zijn humeur was, en dat het maar het veiligst was hem uit den weg te blijven. Hij nam plaats op het voorbankje en was van plan zoo lang te wachten, tot Flipsen weg was. Dat duurde geruimen tijd, want het was eene lange kluft, en Flipsen kuierde op zijn gemak naar het dorp.