Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Zij hadden het zóó druk met hunne jacht, dat het middaguur al lang vervlogen was, eer zij er aan dachten, dat Moeder Fijtje voor boterhammen, of zooals zij toen zeiden, »stukken" met ham had gezorgd. Eindelijk werden hunne magen echter oproerig, en Marten herinnerde Heer Jan aan den inhoud van het kastje, dat onder het voorbankje getimmerd was.
Kijk, dáár kan de boot mooi liggen, en we zijn er zoo goed als onzichtbaar." Toen de gewenschte plaats bereikt was, werd het schuitje vastgelegd, en Marten haalde van onder het voorbankje een paar lange lijnen te voorschijn, en een bakje met kleine vischjes, die hij 's morgens met een schepnet had gevangen.
Jan besloot nog een poosje te wachten, want hij zag zeer goed, dat Flipsen om de een of andere reden uit zijn humeur was, en dat het maar het veiligst was hem uit den weg te blijven. Hij nam plaats op het voorbankje en was van plan zoo lang te wachten, tot Flipsen weg was. Dat duurde geruimen tijd, want het was eene lange kluft, en Flipsen kuierde op zijn gemak naar het dorp.
Op het vóórbankje van den wagen zat Paul, en liet de neije peerds, die Deine 's leintes gekocht had, 'en goejen gang moaken, went 't schemerde al; en Anneke, die op 't land tegen den besten had opgegoaveld en nou noast 'm zat, verlangde, zoowel as hij, noar de riestenbrie, die Deine zou oanrichten as de leste vracht thuus was.
Ik zou naast mijn voorbankje een wiel willen hebben met een tandrad precies als aan een fiets. Als nu aan den as van den wagen ook zoo'n rad bevestigd werd, kon er een fietsketting omgelegd worden, zoodat ik maar aan het wiel te draaien heb om de kar in beweging te brengen. Aan dat wiel moet natuurlijk een handvat komen, precies als aan het wiel van een draaiorgel."
Jan en Karel brachten hem naar buiten, waar Jan op het voorbankje ging zitten, en Karel op de achterbank. Jan nam het handvat en draaide het wiel rond. Ha, wat reed het karretje prachtig. De twee jongens konden hun lachen niet houden van pleizier. 't Was precies een auto, en hij maakte een aardig gangetje.
»Goed," sprak Marten, die op het voorbankje gezeten, half over de plecht hing met het vuurroer in de hand en de brandende lont naast zich. Scherp tuurde hij voor zich uit, of er ook onraad dreigde. Anna hield intusschen het roer. Zij had vroeger dikwijls gevaren en kon roeien en sturen als de beste.
Jochem de scheper, die naast den boerenarbeider op het voorbankje van de stortkar zit, meent dat de dokter iets zegt, en omziende, beweert hij dat menheer het maar goed heeft getroffen; op dat stroo "zat ie naast den kleinen rakker krek als op moeders schoot. De kar stootte wel een beetje maar dat was niets voor de kou.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek