Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Niet minder sierlijk gesneden is het lijstwerk, dat de ramen omvat, en keurig van uitvoering is het beeldje, dat, boven de deur prijkende, een visscher vertoont, doch blijkbaar niet een van de gewone soort; althans uit het schepnet, dat hij, omgekeerd, in de linkerhand houdt, stort hij geen visschen, maar muntspeciën in een open koffer uit, en zijn vischwant ligt, aan denzelfden kant, heengeworpen over balen, vaten en koopmansboeken; terwijl, rechts van hem, allerlei zinnebeelden van kunst en wetenschap op elkander zijn gestapeld en hij met de rechterhand een roemer omhoog heft.
»Allemaal witvischjes, Overste, voor den minderen man," antwoordde Aelbert. »De lekkerste visch hebben wij hier in de kaar, paling, om van te watertanden." Hij deed het deksel van de kaar, greep een schepnet, en wilde de palingen opscheppen, maar met voordacht deed hij dat zoo onhandig, dat de dikste beesten hem telkens ontsnapten.
Daar ik niets beters te doen had, kreeg ik lust om eens in het heldere water met een schepnet te visschen, daar ik schelpen en planten in menigte op den bodem zag liggen. Het was bovendien de laatste dag, dat de Nautilus in deze streken doorbracht, als zij ten minste den volgenden dag, volgens de verzekering van kapitein Nemo, met hooge zee zou losraken.
Kijk, dáár kan de boot mooi liggen, en we zijn er zoo goed als onzichtbaar." Toen de gewenschte plaats bereikt was, werd het schuitje vastgelegd, en Marten haalde van onder het voorbankje een paar lange lijnen te voorschijn, en een bakje met kleine vischjes, die hij 's morgens met een schepnet had gevangen.
"Hei-je dan 'n schepnet?" , vroeg Jan, geintresseerd. "As ze boven drijve hei-je ze zoo maar te grijpe." "Boven drijve? Boven drijve? Verrek dan rake ze toch onder 't ijs!" "As 'r 'n bijt is, zoeke ze lucht 'n visch die geen lucht krijgt stikt net as wij"... "Hù!", schreeuwde 't jogje, schel in de ochtendlucht lachend: "hù 'n visch die in 't w
Uit riet en lisch en elzenstutten, Op aan den stroom ontwoekerd land, Verhief zich aan den oeverrand Een schamel dorp van visschershutten, Wier vruchtbre streek een breede plas, Wier rijkdom fuik en schepnet was. L. v. d. Broek. Welke ziener zou aan de wieg van dit dorpje zijn ontwikkeling tot een wereldhaven hebben voorspeld?
Ik riep Koenraad, die mij een klein schepnet bracht, van de soort, waarmede men gewoonlijk oesters vischt. "En die wilden?" vroeg Koenraad, "zij schijnen zoo erg boos niet." "Het zijn toch menscheneters, mijn jongen." "Men kan menscheneter en braaf zijn," hernam Koenraad, "even zooals men gulzig en eerlijk man kan wezen. Het eene sluit het andere niet uit."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek