Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Maar het meest speet het hem, dat hij den volgenden dag moest vernemen van den burgemeester, dat er bij den molenaar tien meelzakken gestolen waren en dat er bij Legels, een herbergier, een mandje met ledige flesschen verdwenen was. Flipsen begreep daaruit, dat hij in een geheel verkeerde richting had gezocht.
"Tuf-tuf-tuf-tuf-tuf!" zei dan Frans. "Tuf-tuf-tuf-tuf-tuf!" zei dan ook Klaas, en dan tuften zij om het hardst. Eerst had Flipsen er geen erg in gehad, maar toen het telkens gebeurde, als die jongens in zijne nabijheid waren, begon hij lont te ruiken. Hij keek ze aan met een paar oogen, of hij hen verscheuren wilde, maar dat deed hij toch niet.
Dat geschiedde, en wel met het zotte gevolg, dat Flipsen met Diks broek in de hand achterover tegen den muur bonsde, en Dik zonder broek naar buiten gleed. "Hoera!" riep hij. "Nu zit de oude rat zelf in de val!" Vlug liep hij naar de deur, en vóór Flipsen zich nog goed van den schrik hersteld had, trok Dik de deur op slot, en maakte zich met zijne trouwe helpers uit de voeten.
Maar de burgemeester vertelde het hem nog eens dunnetjes over. Flipsen hoorde hem zwijgend aan; er speelde een bijna onmerkbaar glimlachje om zijne lippen. Hij meende te weten, waar hij thans zoeken moest. "Je moet bij de tenters eerst gaan onderzoeken, welke voorwerpen door hen worden vermist, en dan zoek je maar net zoo lang, tot je den dief gevonden hebt," besloot de burgemeester.
Wat kan jou Flipsen schelen!" riep Frans terug. Met alle kracht en zoo snel hij loopen kon, duwde deze de kar naar beneden. Opeens liet hij haar los, en voort vloog Jantje, in ijlende vaart de helling af. Angstvallig hield hij de oogen gericht op Flipsen, want hij vreesde niet zonder reden, dat er veel kans bestond om hem onderst-boven te rijden.
"Maar 't is goed. Ik zal niet naar den burgemeester gaan, onder één voorwaarde..." "Welke?" vroegen de twee jongens tegelijk. "Een, die gemakkelijk te vervullen is," zei Jan. "Zie je dezen brief? Dien moesten wij naar Flipsen brengen, in het raadhuis. Jullie moet er toch voorbij. Als jij nu die boodschap voor mij doet, zal ik er verder geen werk van maken." "Och, is 't anders niet?" vroeg Frans.
De pottenschipper zag hen staan, en hij zeide zoo luid tegen Flipsen, dat iedereen het hooren kon: "Als er nu weer eens wat vermist wordt, hoop ik van je vereerend verzoek verschoond te blijven, Flipsen. Je weet nu eenmaal, dat ik part noch deel aan de zaak heb. Ik ben een eerlijk koopman, en houd mij met slechte practijken niet op."
Ik ben erg blij, dat je me niet in den steek laat. Heb-je het bij me thuis verteld?" "Neen, nog niet. We hebben gewacht, tot Flipsen naar huis ging, en zijn toen dadelijk hierheen gekomen." Jan en Piet lagen plat op den grond, met hun hoofd voor de tralie. Het venster was laag bij den grond, ongeveer zoo lag als een keldervenster.
Geduldig als eene kat, die op een muisje loert, bleef Flipsen drie uren lang in zijne schuilplaats. Hij had toen geen drogen draad meer aan het lijf. Daarom, en ook omdat de jongens nu wel niet meer zouden komen, besloot hij, naar huis te gaan. Den volgenden avond vatte hij post in den tuin van Mulder, doch ook daar bereikte hij zijn doel niet.
Zou je denken, dat hij me verstond?" "Dat weet ik niet," zei Frans, "'k Geloof haast van niet, maar toch moeten wij voorzichtig zijn. We dienen ons een poos althans rustig te houden. Ik vertrouw Flipsen niet." "Ik ook niet," zei Klaas met een zucht. "Als hij me maar niet verstaan heeft. Pot lijkt erg veel op vod. Zeg Frans, ik ga naar huis; ik heb geen zin meer in het zoeken."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek