Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 oktober 2025
Ben-Hur nam hare hand in de zijne: Houdt gij zooveel van mij? Ja, antwoordde zij eenvoudig. Op eenmaal dacht hij aan de Egyptische, zoo geheel anders dan Esther, zoo uitdagend, zoo geestig, zoo schoon, zoo betooverend. Hij bracht het handje naar zijne lippen en liet het toen weder los. Gij zult eene tweede Tirza voor mij zijn, Esther. Wie is Tirza?
Ben-Hur nam het blad en las: Opgave van de lijfeigenen van Hur, ingeschreven door Simonides, rentmeester van het vermogen: 1. Amrah, de Egyptische, huisbewaarster te Jeruzalem. 2. Simonides, rentmeester te Antiochië. 3. Esther, des rentmeesters dochter.
Dit zou ik kiezen als ik mocht," zei Amy, terwijl ze met bewondering een snoer gouden en ebbenhouten kralen bekeek, waaraan een zwaar gouden kruis hing. "Dat zou ik ook heel graag hebben, maar niet voor een halsketting, o neen, voor mij was het een prachtige rozenkrans, en als een goed katholieke zou ik hem daarvoor ook gebruiken," zei Esther, de ketting met verlangende blikken aanziende.
Kalm antwoordde hij: De geboren vorsten van Jeruzalem zijn altijd welkom in mijn huis. Gij zijt welkom. Esther, geef den jonkman een stoel. Het meisje gehoorzaamde en schoof een zetel aan, zeggende: De vrede van onzen God zij met u; ga zitten en rust. Ben-Hur maakte geen gebruik van den zetel; maar zeide op beleefden toon: Ik hoop dat de waardige Simonides mij niet voor een indringer zal aanzien.
Maar de gedachte liet hem niet los, die mogelijkheid maakte hem koud en stil. Zij was zestien jaar. Hij wist het heel goed. Op haar laatsten verjaardag had zij hem begeleid naar de scheepstimmerwerf, waar een nieuwe galei van stapel zou loopen, en op de gele vlag, die zoo lustig in den wind wapperde, stond de naam Esther. Zoo hadden zij dien dag samen gevierd.
En, Esther, wat mijn ijdelheid niet weinig streelt, hij krijgt wat hij voor geen schatten kon koopen, hij krijgt u, mijn lieveling, mijn parel, u, bloempje van mijn gestorven Rachel. Hij trok haar tot zich en kuste haar tweemaal; de eerste kus gold haarzelve, de tweede hare moeder. Spreek zo niet, vader, zeide zij, laat ons beter van hem denken.
Elken dag ontving hij bericht van Sanballat, die het kantoor in Antiochië waarnam, en elken dag zond hij Sanballat de noodige aanwijzingen, zóó uitvoerig, dat zelfs een oningewijde moeilijk zou hebben kunnen dwalen. Esther ging intusschen naar haar zomerhuisje terug met het pakje in de hand. Zij bezag het zegel, herkende het voor dat van Ben-Hur, en versnelde met blozend gelaat haren stap.
't Is al heel eenvoudig, dat raadsel, zeide de kleine lachend; gij zijt in den Mellah, dat is in de Jodenwijk van Fez. Dus ben ik bij Israëlieten, zeide de kapitein, en heb mijne redding te danken aan eene schoone Esther. Ik heet geen Esther, zeide de Jodin; mijn naam is Rebecca en wat uwe redding betreft, begrijp ik u niet goed, maar zoo die bestaat, dan hebt gij uzelf gered.
Esther merkte op dat Ben-Hurs gelaat nog bleeker was dan straks, en Simonides zeide tot Ilderim: Ik zou mij zeer moeten vergissen, goede Sheik, als onze jonge vriend niet iets in het schild voert. Ik zie het aan zijn gezicht; en Ilderim antwoordde: Zaagt gij hoe frisch mijn paarden er uitzien? Alsof zij pas van stal komen! Het echte rennen moet nog beginnen! Maar nu opgelet!
Zie maar, Esther, zie maar. Hij schoof zijn hoofddoek weg, wees op zijn linkeroor, en zeide: Ziet ge het litteeken van den priem? Ik zie het, antwoordde zij. Wat hebt ge moeder liefgehad! Ach, Esther, zij was mij dierbaarder dan Sulamith den koninklijken zanger; zij was mij een springader van levend water, als de stroomen van den Libanon.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek