United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder Iulianus, die zeer met hem ingenomen was, en dien hij van zijn kant hoog vereerde, was hij quaestorius. Onder zijne talrijke werken, alle in het grieksch geschreven, zijn vele redevoeringen en brieven belangrijk voor de geschiedenis van zijn tijd. Libanus, Libanos, de Libanon, een hoog, bijna ontoegankelijk gebergte langs de phoenicische kust.

De eerste verschilt, in weêrwil van deszelfs naam, van den cederboom op den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen, noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak heeft.

Phoenice of -cia, Phoinike, het smalle kustland ten N. van Palaestina, tusschen de Middellandsche zee en den Libanon, een land, bloeiende door zeevaart, handel en nijverheid, waaronder de glasfabricatie, de purperververijen, weverijen en metaalfabrieken de hoofdtakken waren.

Soms wordt apex gebruikt voor de spits toeloopende tiara der perzische koningen en beteekent in figuurlijken zin de kroon, het teeken der hoogste waardigheid. Aphaca, ta Aphaka, stad in Phoenice, op de helling van den Libanon, met een tempel en een orakel van Aphrodite. Aphaea, Aphaia, eene aan de Cretensische Dictynna verwante godin, die op Aegina vereerd werd.

Dit vogeltje bewoont de naaldhoutbosschen in alle landen van Europa en Azië, van den Libanon tot den Amoer en in Japan. In den zwerftijd ontmoet men het in de meeste deelen van ons land, doch alleen in bosschen. Sommige trekken in November naar 't zuiden en keeren in Maart terug. 's Winters eet zij ook wel zaden van naaldboomen.

Toen de Honden nog vermeteler werden, greep hij er verscheidene achtereenvolgens aan, schoof ze onder zijn lichaam en drukte ze dood, terwijl hij den anderen zware wonden toebracht en ter zijde slingerde. De Romeinen kregen hunne Beren hoofdzakelijk uit den Libanon, maar verhalen, dat zij er ook eenige uit Noord-Afrika en Libye hebben laten komen.

Indien alle vormen tot één soort vereenigd worden, dan heeft deze een verbreidingsgebied, dat zich van Spanje tot Kamtschatka, van Lapland en Siberië tot aan den Atlas, den Libanon en het westelijk gedeelte van den Himalaja uitstrekt.

Hij ververscht de bergen en zet het land vol allerhande vruchten, voortbrengende gras voor de beesten en kruid tot den dienst der menschen, doende het brood uit de aarde voortkomen, dat het hart des menschen versterkt, alsmede den wijn die het hart des menschen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie.... De boomen des velds verheugen zich en ook de ceders van den Libanon.

De eerste verschilt, in weêrwil van deszelfs naam, van den cederboom op den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen, noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak heeft.

Dat onversaagde volk was het Phoenicische. De ligging van hun land aan eene zee, die toen het meest bevaren werd en aan den Libanon, wiens cederbosschen heerlijke en overvloedige bouwstoffen voor de schepen leverden, bracht de Phoeniciërs er als van zelve toe hun geluk op zee te beproeven.