Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Enkele dagteekenen nog uit den tijd, toen prins Maurits, na een beleg van zeven dagen, deze bijna onneembare vesting innam, 10 Mei 1604. Maurits deed dien voorburcht van Zeeland met geduchte versterkingen omringen. In Oct. 1830 deed het bendehoofd, Ernest Gregoire, de Belgische vlag hier op den toren plaatsen, maar spoedig daarna werd die weder door Nederlandsche troepen verwijderd.
Hij ging langs een duister vestibule zonder te merken dat ik hem volgde. Ik hoorde een schoonen vrouwenlach en, tot driemaal de stem van Ernest driemaal heel duidelijk: "Allons, Milly!" Eene breede deur werd opengeduwd en, in een vloed van licht, achter een tafel met vruchten en wijnen, zoo vond ik ze.... Mevrouw! mevrouw! .... Hij zag mij nog niet.
Ernest Verlat sprak niet veel met hem. Hij zat gewoonlijk in het zonnig voorkamertje, waar er een breede Vlaamsche schouw was, geheel met tinnen potten en aarden teelen bezet. Hij zat onder het violette schouwkleed, sprak met Veronika die, bij het vensterlicht juist tegen de getafelde venstergordijntjes, borduurde ....
De poorten van iets dat vol zon was, vol verre, verre, klare verten, poorten van goud waren opengegaan. Ernest nam, uit een kistje, een stralenden diadeem en zette hem op haar hoofd. Iedereen juichte toe. Mijnheer du Bessy riep: Leve de koningin!
De zilveren schotel stond vóor Ernest, en de witte brieven schervelden er over elkander. Daar lag weer een stapel uiterlijkheid van spelende menschen. Daar moest hij doorwoelen en nieuwe gezichten voorbereiden. Als hij die menschen ontmoette ergens, zou hij weer maskeren en jagen, in overeenstemming met wat elk van hen geschreven had. Hij kon zich daarvan niet bevrijden.
Doening zat neer en zijn hoofd, gebogen, gelijk altijd in verduldige bescheidenheid, scheen in de ruimte te hangen, zooals een voorzichtig en uiterst-gevoelig leven. De handen van Vere, die nevenseen op de sargie lagen, hadden niet geroerd. Haar hoofd had niet geroerd. En de stilte duurde. Toen vroeg ze: Hebt ge mij niets te zeggen, Ernest? Zij had geen ongemak om dat te vragen.
Aan Ko werd opgedragen met hem in een rijtuig te kruipen en hem langs de steile trap van den tingel-tangel-zolder, desnoods met behulp van den koetsier, tot in zijn bed te hijschen. Het was tamelijk laat, als men afscheid nam. Pastoor Doening was de eenige die vóor middernacht vertrok. Ernest verliet Vere niet.
Rimpelige zakjes bultten onder zijn oogen en zijn voorhoofd lag gebroken menigmaal. Boven zijn hagelwit dasje en zijn zwarten rok was zijn aangezicht bijna geel. Hij schudde zijn hoofd en sloot radeloos Francine in zijne armen. Hij blikte benauwd naar Vere, alsof hij zeggen wou: Wat moeten we nu doen, lieve hemel! Hij vroeg: Waar is Ernest?
Ze zag hoe ontzet pastoor Doening haar aanstaarde en ze meende te raden wat in hem ommeging. Neen, hernam ze ernstig, vrees niet dat ik me geweld zal aandoen.... Is hij in huis? Pastoor Doening knikte. Het verheugde hem dat ze zich uit hare onverschilligheid opwerkte, en hij hoopte dat haar nu die gedachte aan Ernest deugd mocht doen.
Ernest voelde dan de hand van pastoor Doening, die rustig op zijn schouder woog en zacht hem aantrok. Hij zag de oogen van pastoor Doening die knikte: Blijf nu hier. Maar hij weerde zich los, fluisterde heesch en geheimzinnig: Gijlie weet niets, gijlie voelt dat niet tót ge 't weet .... Ik wel daar is iets vervaarlijks in huis gekomen ....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek