Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Toen ik mij bij mijn kameraden heb gevoegd, druk ik hun hartelijk de hand. Onze gedachten gaan dan naar den energieken man, die twee-en-twintig-maanden geleden de britsche vlag plantte zoo dicht bij het doel, en uit den grond des harten brengen wij hulde aan Sir Ernest Shackleton.
Ze droeg, buiten den zwaren topaasring, geen juweelen; een onzichtbare kraalkorrel verborg de gaatjes van hare oorlappen, en een breede ebbenhouten kam, bestoken met drie robijnen, hield hare roode vlechten op. Gedurende eene stilte die den vlijt van het porseleinen klokje kwam verraden, mat Ernest opnieuw de afstanden en zijne houding.
Hare goedheid, die waarlijk eindeloos was, had geen grenzen meer. Die goedheid werd vervelend, en Ernest beschouwde haar als de folterende razernij van iemand die, met eene voorbeeldige deugdelijkheid, wilde doen uitschijnen dat hijzelf niet deugde. Hij beweerde dat Vere onbescheiden was. Op een avond besloot hij zonder omwegen op zijn doel af te gaan.
Hij kon aan alles wat hij nutte, het kunstmatig uitzicht van een fijn-proevende nietigheid geven, en men zou dischgenooten gevonden hebben die beweren konnen dat hij nooit een aardappel of eene duif op zijn schotel gebruikt had. De manier waarop hij at, betooverde het voorkomen van zijne spijzen. Ernest at om te eten. Hij loog om te zijn.
En hij lachte goedig, drukte op den schouder van Ernest, sprak gedempt en overhalend. Ernest vatte zijne handen .... Maar gelijk een rap windje kwam Francine binnen stuiven. Ze bleef palstaan, als ze Simon zag, bloosde en opende zeer wonderlijk hare groote groene oogen. Terwijl Simon achteruit week, sprong ze naar voren en viel in de armen van Ernest.
Een droomende waker doolde langs de vlakke gevels. We hebben het weder niet tegen, Ernest, sprak Sörge in den opgetrokken pels van zijn kraag; het vriest lekker. Een echte lucht om lampions op te steken en zottigheid te doen. Ze kwamen aan de Poelaertplaats van waar ze de lage stad zagen flikkeren en dampen.
Hij zag ze, Ernest, Vere, Francine, Simon, vechtend in blinden nacht om saam te komen, gestuwd door golven van driften en telkens vervallend in hunne menschelijke onmacht. Hij zag ze, en de anderen daaronder zag hij en hij zag hoe ze eindelijk, hun hartstochtelijke begeerten getrouw, haast bijeen, haast in kampe bijeen waren geraakt, éen trossel harten met heimelijke schakels gebonden.
O! maar gij .... gij ziet zoo wit, wit .... wit .... Dat moet allemaal voorbij .... Het belangrijkste nu is, dat wij erdoor geraken. Veel hangt van ons zelf af, vindt ge niet? Waarachtig. Ik heb zeer veel medelijden met Ernest bijvoorbeeld. Ho! ik ook, beste Vere .... Arme jongen! En Simon heeft u goed geholpen, niet waar? Simon is een edel man. Hij heeft hier alles geschikt.
Na het eenvormig wielen-gedaver en 't langzaam gekloef van paarden, na het gelijke, aaneensloffend geluid, daarachter, van al die slenterende menschenvoeten, valt nu, plotselijk, de stille lucht alom. De stilte valt als eene schrikkelijke voorbereiding. Het dunkt Ernest, dat de slagen harder en harder aanstormen tegen zijne slapen.
Als ge mij geen andere liefde kunt geven dan de kunstmatige en bedorven uitbuiting, de zedelooze en huichelachtige zinnelijkheid, die gij nu de ideale liefde noemt, gun mij ten minste uwen eerbied, want zulke liefde neem ik niet aan. Ernest vatte haar bij de mouw en zijne vuist beefde. Wat .... wat denkt gij dat mijne zuster is?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek