Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 juli 2024


Is 't voorts haast niet even dwaas, dat iedere streek aanspraak maakt op haar eigen heilige, dat men de verschillende werkzaamheden onder hen verdeelt, en aan ieder ook zijn eigen ceremoniën toewijst, zoodat de een moet helpen bij tandpijn, gene zijn bijstand verleenen bij het kraambed, een derde een gestolen voorwerp terugbezorgen, een vierde als gunstig gesternte bij een schipbreuk moet stralen, een vijfde het vee beschermen, enz.

Maar dat hij 't er slecht had, is zeker. Nòg zekerder, dat Gilbert een dwaas was, dat hij het er zóó lang uithield. Hoe het zij: Erasmus geeft in deze samenspraak uiting aan zijn afkeer van schraapzucht en schrielheid op spottende wijze.

Dit weet ik slechts: geen mensch zoo dwaas, die niet Een gift aanvaardt, die men zoo hoff'lijk biedt. En ik erken, hier is nog wel te leven, Als vreemden zoo maar gouden ketens geven. Doch naar de markt, en Dromio gewacht; Want zeilt een schip, dan reis ik voor de nacht. Een open plein. Een Koopman, Angelo en een Gerechtsdienaar komen op.

De dominee weet en de secretaris weet en iedereen weet, dat de man van zaken met de minst mogelijke woorden neen zou gezegd hebben, en dat iemand hem dat kwalijk zou hebben genomen, terwijl iedereen hem een dwaas zou hebben genoemd, als hij er heen was gegaan. Zulk een tijdverknoeien is onmogelijk behalve voor overoude heeren en voor dominees.

Alle volgende koningen van Engeland hebben dwaas genoeg tot heden dien titel, die toch geen zin meer heeft, gevoerd. Nog veel minder waag ik mij aan ook maar eene bloote vermelding van het vatikaansche archief, in afzonderlijke zalen bewaard.

Hij zag er bleek en tenger uit en wekte den argwaan op van Berthier, die hem liet gevangen nemen. Hij bleek gewapend te zijn met een lang slagersmes, en heette Staps, de zoon van een predikant uit een Thüringsch stadje. Napoleon deed hem voor zich verschijnen. "Wat wildet ge met dat mes?" vroeg Napoleon hem. "U dooden," antwoordde Staps. "Gij zijt een dwaas of een illuminaat!" sprak de Keizer.

"Wat zijt ge dwaas!" zeide Dolly en lachte treurig in weerwil van Lewins opgewondenheid; nadenkend liet zij toen volgen: "Maar nu begrijp ik meer en meer.... Ge zult dus niet hier komen, als Kitty er is?" "Neen, ik zal niet komen. 't Spreekt van zelf dat ik Catharina Alexandrowna niet geheel zal vermijden, maar waar ik kan, zal ik haar van mijn aanwezigheid bevrijden."

"Wreek u; doch op mij alleen: spaar het leven van een ongelukkig, onnoozel kind. Geef het terug aan zijn moeder...." "Dwaas! alsof uw dood mij wraak genoeg verschaffen kon? Gij zijt een krijgsman, een dapper krijgsman; gij kunt den dood niet vreezen. Van dien kant kan ik u niet deren; doch, gij hebt een vaderhart en dat weet ik te treffen; dat vaderhart moet vaneengereten worden.

"Tut! tut!" zeide een van de bende: "hij zou wel dwaas zijn, die hem roepen ging. Elk zijn beurt, vriendje! De kans is nu voor ons, en niet één zal er door zonder tol te betalen." "Ik heb er niets tegen om u een klein rantsoen te betalen," zeide Madzy: "noem uw eisch; maar bedenk, dat wij arme reizigers zijn."

Ze zei dit alles langzaam, zacht, bedaard en zonder tranen. "Maar, dwaas kind, is dan Linares niet duizendmaal beter dan?..." "Toen hij nog leefde, kon ik gaan trouwen...ik was van plan daarna te vluchten...mijn vader beoogt niet anders dan de familiebetrekking aan te knoopen!

Woord Van De Dag

tyens

Anderen Op Zoek