Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
En denkend, dat ik er voor ditmaal genoeg op heb geantwoord, zeg ik, dat ik met Gods hulp en de uwe, liefste donna's, waarop ik hoop, gewapend en met veel geduld hiermee zal voortgaan en het hoofd keer tegen dien wind in, welke ik laat blazen.
Masetto van Lamporecchio laat zich voor een doofstomme doorgaan, wordt tuinman van een nonnenklooster en allen eindigen met met hem te slapen. Zeer schoone donna's.
Daarna zich wendend tot haar gezelschap sprak zij: Dioneo wilde gisteren, dat men heden zou spreken over de poetsen door donna's gebakken aan hun echtgenooten en indien het niet was, dat ik mij niet van het soort van den bastaardmopshond wil toonen, die zich dadelijk wil wreken, zou ik U zeggen, dat men heden moet spreken van de streken, die mannen jegens hun vrouwen uithalen.
Toen de geschiedenis van Pamfilo geëindigd was en de slimheid van de donna door allen was geprezen, zeide de koningin tot Pamfilo, dat zij de hare moest aanvangen, die aldus begon: Bekoorlijke donna's. Vroeger is er reeds gesproken over de gebleken juistheid van droomen, waarover velen spotten.
Toen de geschiedenis van Neifile geëindigd was, niet zonder het geheele gezelschap tot groot medelijden te hebben bewogen, begon de koning, die het voorrecht van Dioneo niet wilde schenden, daar er geen ander te spreken had: Medelijdende donna's.
Ik zelf voelde aandrang om tusschen zooveel ellende te gaan zwerven en nu wil ik achterwege laten, wat ik gerust weglaten kan. Ik zeg dan, dat, terwijl onze stad in dien toestand was, bijna leeg van bewoners, (gelijk ik later van een betrouwbaar persoon vernam) toevallig in de eerbiedwaardige kerk van Santa Maria Novella op een Dinsdagmorgen zeven jonge dames bijeen kwamen, toen er haast niemand anders was en nadat zij den heiligen dienst er gehoord hadden in rouwgewaad, gelijk in die omstandigheden vereischt werd. Allen waren aan elkaar verbonden door vriendschap, nabuurschap of verwantschap en geen een was er ouder dan achtentwintig of jonger dan achttien; elk van hen was ontwikkeld, van edel bloed, mooi gevormd, rijk van kleederdracht en van fatsoenlijk uiterlijk. Het is mij niet veroorloofd hun ware namen te melden, indien de reden althans gegrond is. Ik wil dit niet, opdat zij over de dingen, die volgen en die door hen verhaald en gehoord zijn, in de toekomst zich niet hoeven te schamen. Want de wetten op de vermaken zijn thans wat streng, en waren toen door de bovenvermelde oorzaken niet slechts voor hun leeftijd maar ook voor een veel rijperen zeer zacht. Ook wil ik aan nijdigaards geen gelegenheid geven, die gereed zijn ieder fatsoenlijk leven te bezoedelen, door eenigerlei daad de eerbaarheid der waardige dames te verkleinen met schadelijke praatjes. En opdat ieder later zonder verwarring kan begrijpen, wat elk van hen hun vertelde, ben ik van plan door namen, die met hun hoedanigheid of geheel of ten deele overeenkomen, ze aan te duiden. Aldus zullen wij niet zonder reden de eerste en de oudste Pampinea noemen, en de tweede Fiammetta, de derde Filomena, de vierde Emilia, en wij zullen Lauretta als de vijfde aanduiden en de zesde zullen wij Neifila en de laatste Elisa noemen. Dezen, die nog geen besluit hadden genomen, maar toevallig in een deel der kerk bijeen waren gekomen en als in een kring zich geplaatst hadden om te zitten, begonnen na heel wat zuchten en nadat zij het prevelen van paternosters hadden gestaakt, met elkaar te redeneeren over den aard der vele en verschillende tijdsomstandigheden en na eenige oogenblikken, toen de anderen zwegen, begon Pampinea aldus te spreken: Mijn lieve donna's, gij kunt als ik meermalen gehoord hebben, dat niemand kwaad doet, die goed zijn verstand gebruikt. Het is natuurlijk van iedereen, bij wat er op deze aarde gebeurt, zooveel mogelijk zijn leven te sterken en te behouden en te verdedigen. Men geeft dit zelfs zoover toe, dat het een enkele maal al is voorgekomen, dat zonder eenige schuld menschen om dit te behouden elkaar hebben gedood. En indien de wetten dit veroorloven, in wier betrachting het voor ieder sterveling goed is te leven, hoeveel te meer zonder iemand te hinderen is het voor ons en ieder ander niet zedelijk voor het behoud van ons leven die middelen te kiezen, welke in ons vermogen zijn? Ieder oogenblik, dat ik onze wijze van doen van dezen morgen beschouw en ook die van vroeger en bedenk, hoedanige en welke onze redeneeringen zijn, begrijp ik en gij kunt het eveneens begrijpen, dat ieder van ons aan zich zelf moet twijfelen: en dit nog verwondert mij niet, maar sterk verbaast mij (in aanmerking nemend, dat wij alle vrouwelijk gevoel hebben), dat wij zelf niet bemerken eigenlijk ieder voorbehoedmiddel te vreezen. Wij blijven hier, naar het mij schijnt niet anders dan om er de geheel vrijwillige en noodzakelijke getuigen van te zijn hoeveel dooden hier ten grave worden gedragen en om te hooren of de broeders van hier binnen, van welke het aantal haast tot nul is geworden, op de verplichte uren hun dienst afzingen, of om aan ieder, die hier verschijnt, onzen rang en de grootte van onze ellende te doen zien. Ook: indien wij van hier weggaan, of de lijken of de zieken van buiten zien vervoerd worden of hen aanschouwen, die het gezag der publieke wetten vroeger tot ballingschap dwong voor hun misdaden, en die daar als 't ware mee spotten, dewijl zij gewaar worden, dat de uitvoerders daarvan dood of ziek zijn en met weerzinwekkende brutaliteit het grondgebied afloopen of het schuim der stad, dat op ons bloed verhit is en zich doodgravers noemt en om ons te beleedigen paard rijdt en overal rondgaande met gemeene liedjes onzen trots kwetst. Wij hooren hier niets anders dan: die zijn dood en de anderen zijn er om te sterven, en, indien er iemand in staat zou zijn om ze te hooren, zouden wij overal droevige klachten vernemen. Indien wij naar onze huizen terugkeeren (ik weet niet of u gebeurt, wat mij overkomt) ontstel ik bij de gedachte van een groot gezin er niemand te vinden dan mijn knecht en ik voel al mijn haren te berge rijzen, en het schijnt mij, dat, waar ik er ga of sta, ik er hun schimmen zie en zij mij verschrikken en niet met de gewone herinnering, die ik van hen pleeg te hebben, maar met een afschuwelijk uiterlijk, niet begrijpend, wat hen zoo deed veranderen. Daarom schijnt het mij niet goed zoowel hier als hier buiten of thuis te blijven, en het komt mij nog meer zoo voor van ons dan van iemand, die geen toevluchtsoord heeft en die daarheen niet gaan k
Die geschiedenis liet het heele gezelschap zoo lachen, dat er geen een was, wien er de kaken niet pijn van deden en eenstemmig wisten al de donna's, dat Dioneo de waarheid had gezegd en dat Bernabo een domoor was geweest. Maar toen de historie uit was en het lachen ophield, zag de koningin, dat het al laat was.
De koning, met het gelaat ten hemel, ziende, dat de zon al laag was op het uur van den vesper zonder zich van zijn zetel te verheffen begon aldus te spreken: Schoone donna's.
Hij verbond zich met hen en vergezelde dan den een en dan den ander en soms beide om hun donna's en de zijne te zien en toen hij genoeg met hen bekend en bevriend was, riep hij ze eens bij zich thuis en zeide tot hen: Zeer waarde jongelui, onze omgang kan u verzekerd hebben, hoe groot de vriendschap is, die ik u toedraag en dat ik voor u zou doen, wat ik voor mij zelf zou verrichten en omdat ik u zeer mag lijden, wil ik u uiteenzetten wat mij is te binnen gevallen en daarna zult gij met mij samen die partij kiezen, welke u het voordeeligst zal schijnen.
Toen de geschiedenis door Dioneo verteld was, trof hij eerst het hart der luisterende donna's, zoodat ze een weinig verlegen werden. Zij gaven daarvan het bewijs door den eerzamen blos, die op hun gelaat verscheen. Zij zagen elkander aan konden zich toch ter nauwernood van lachen onthouden en hoorden glimlachend toe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek